TH2c - Revision Grammar Unit 4

Goodmorning!
* Please open your laptops
* Add yourself to class T2Hc in All Right Online with class code: 
454998
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goodmorning!
* Please open your laptops
* Add yourself to class T2Hc in All Right Online with class code: 
454998

Slide 1 - Tekstslide

T2Ha
Revision Unit 4
GRAMMAR

Slide 2 - Tekstslide

Today's programme
  • Present perfect vs Past simple
  • Past continuous
  • Some, any, ...
  • Possessive pronouns (als dit behandeld is)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect? 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect? 

have/has + voltooid deelwoord

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een regelmatig voltooid deelwoord?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je een regelmatig voltooid deelwoord?

ww + ed
Bv: jump > jumped

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je een onregelmatig voltooid deelwoord?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je een onregelmatig voltooid deelwoord?

Uit je hoofd leren!
Leer het derde rijtje van de onregelmatige werkwoorden op blz.270 (achterin je boek)

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect? 

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect? 

1. Wanneer iets is gebeurd in het verleden en het nu nog steeds bezig is / het effect ervan nu nog merkbaar is
2. Als iets in het verleden is gebeurd, maar het exacte moment niet bekend/niet belangrijk/niet bestaand is

Slide 11 - Tekstslide

PAST SIMPLE
WANNEER
  • de Past Simple gebruik je wanneer iets in het verleden is gebeurd en nu AFGELOPEN is
  • wanneer er een verwijzing naar het verleden in de zin staat (bv: yesterday, last week, two days ago, in 2015)

Past simple: I saw that new film last week
Present perfect: I have seen all his films

Slide 12 - Tekstslide

PAST SIMPLE
VORM
  • Regelmatige werkwoorden: ww+ed
He walked into a store yesterday
He dropped his phone last week / He loved his mother
  • Onregelmatige werkwoorden: achterin je boek (blz. 270)
He ate two cookies last Sunday
Present perfect: He has eaten two cookies so far

Slide 13 - Tekstslide

Past Simple

yesterday
... ago
last ...
when ...
in 1987
this morning
etc.
Present Perfect

(FYNE JASSS)
For (how long)
Yet
Never
Ever
Just
Always
Since, So far, Still

Slide 14 - Tekstslide

PAST CONTINUOUS
WANNEER
Om te zeggen dat iets in het verleden een tijd aan de gang (bezig) was en hier de nadruk op te leggen

I was watching the news when my mom called me
It was raining all night long


Slide 15 - Tekstslide

PAST CONTINUOUS
VORM
was/were + ww + ing

I was helping my mom
The guests were dancing 


Slide 16 - Tekstslide

PAST CONTINUOUS
SPELLING
1. Als het werkwoord eindigt op -e, laat je de -e weg:
to leave > leaving
2. Als het werkwoord eindigt op een medeklinker met klinker ervoor, verdubbel je de medeklinker:
to run > running
Let op: dit geldt niet bij -w en -x (snowing, fixing)
3. Als het werkwoord eindigt op -ie, verandert dat in -y:
to lie > lying



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Which tense is this?

I have known him all my life.
A
Past Simple
B
Present Perfect
C
Past Continuous

Slide 19 - Quizvraag

Which tense is this?

My cat died last week.
A
Past Simple
B
Present Perfect
C
Past Continuous

Slide 20 - Quizvraag

Which tense is this?
I was busy making dinner the whole afternoon
A
Past Simple
B
Present Perfect
C
Past Continuous

Slide 21 - Quizvraag

Which tense is this?
My mother lost her watch
this morning.
A
Past Simple
B
Present Perfect
C
Past Continuous

Slide 22 - Quizvraag

Fill in the correct form
(past simple vs present perfect)
My friends and I ___ to Oxford last year.
A
went
B
have gone

Slide 23 - Quizvraag

Fill in the correct form
(past simple vs present perfect)
___ Mike ___ in France in 2001?
A
Did ... live?
B
Has ... lived?

Slide 24 - Quizvraag

Fill in the correct form
(past simple vs present perfect)
I ___ anything yet. I'm hungry!
A
didn't eat
B
haven't eaten

Slide 25 - Quizvraag

Fill in the correct form
(past continuous)
She __ constantly ___ in class yesterday
A
is ... talking
B
has .... talked
C
was ... talking
D
had .... talked

Slide 26 - Quizvraag

Fill in the correct form
(past continuous)
We ____ home when I suddenly got ill
A
are walking
B
has walked
C
have walked
D
were walking

Slide 27 - Quizvraag

Some & any
wanneer gebruik je SOME en wanneer gebruik je ANY?

Slide 28 - Tekstslide

Some & any
some > bevestigende zinnen, vraag/aanbod als antwoord JA is
any >  vraagzinnen, ontkennende zinnen

Wat is een ontkenning?
not (n't), never, hardly, without

Slide 29 - Tekstslide

You should ask ...... for help.
A
anyone
B
someone

Slide 30 - Quizvraag

Can I have ...... milk in my tea?
A
any
B
some

Slide 31 - Quizvraag

This app hardly takes up ...... space.
A
any
B
some

Slide 32 - Quizvraag

The dog must be ...... in the garden.
A
anywhere
B
somewhere

Slide 33 - Quizvraag

Possessive pronouns
Hou rekening dat je verschillende moet kennen:
> my - your - his - her - our - their
> mine - yours - his - hers - ours - theirs
soms kun je voor die van ... nog het Engelse woord of zetten!

Slide 34 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
my = mijn
your = jouw, jullie
his = zijn
her = haar
our = ons, onze
their = hun

Slide 35 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord zelfstandig gebruikt
(of) mine = van mij, de mijne
(of) yours = van jou, de jouwe / van jullie, die van jullie
(of) his = van hem, de zijne
(of) hers = van haar, de hare
(of) ours = van ons, de onze
(of) theirs = van hun, die van hun

Slide 36 - Tekstslide

Is this your cat or is it ____
(die van haar / de hare)?
A
her
B
of her
C
hers
D
of hers

Slide 37 - Quizvraag

They are going to sell ____ (hun) house.
A
theirs
B
their
C
them
D
of them

Slide 38 - Quizvraag

That old laptop ____ (van mij) is terribly slow!
A
of mine
B
of me
C
mine
D
my

Slide 39 - Quizvraag

Good luck! Yes, you can do it!!

Slide 40 - Tekstslide