Einde van wereldrijken

Tijdvak 10
Drie lessen: 
1. Koude Oorlog. 
2. Einde van de wereldrijken. 
3. Europese Unie. 

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 10
Drie lessen: 
1. Koude Oorlog. 
2. Einde van de wereldrijken. 
3. Europese Unie. 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les: Koude Oorlog
Doelen: 
  1. Je kan uitleggen tussen welke twee landen een conflict ontstond tijdens de Koude Oorlog. 
  2. Je kan een aantal eigenschappen van de twee landen (grootmachten) noemen die met elkaar botsten. 
  3. Je kan uitleggen hoe de blokvorming ontstond en welke twee bondgenoten tegenover elkaar kwamen te staan.
  4. Je kan uitleggen welke spanningen er waren tijdens de Koude Oorlog.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les: 
1. Oefentoets Koude Oorlog. 
2. Einde van wereldrijken. 
3. Begin Huiswerkupload week 3.

Slide 3 - Tekstslide

De Koude Oorlog was een strijd tussen twee grootmachten namelijk...
A
Nazi-Duitsland tegen de geallieerden.
B
Sovjet-Unie tegen Europa.
C
Rusland tegen de Verenigde Staten.
D
Sovjet-Unie tegen de Verenigde Staten.

Slide 4 - Quizvraag

Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Kapitalisme
Democratie
Vrijheid
NAVO
Communisme
Gelijkheid
Dictatuur
Warschaupact

Slide 5 - Sleepvraag

Tijdens de conferentie van Potsdam liepen de spanningen hoog op. Waarover konden de twee grootmachten (SU en VS) maar moeilijk eens worden?s

Slide 6 - Open vraag

Uiteindelijk werd Duitsland in twee delen verdeeld. Welke?
A
NAVO en Warschaupact
B
DDR en BRD
C
DDR en CDA
D
BRD en Sovjet-Unie

Slide 7 - Quizvraag

Duitsland werd dus in twee delen verdeeld. Iedere grootmacht kreeg een stuk van Duitsland als bondgenoot. Maar er werd nog iets verdeeld. Wat werd er nog meer verdeeld tijdens de conferentie van Potsdam?

Slide 8 - Open vraag

Waarom richten de twee grootmachten bondgenootschappen op? En hoe heten deze bondgenootschappen?

Slide 9 - Open vraag

De spanning tijdens de Koude Oorlog was vooral terug te zien in het IJzeren Gordijn dat werd aangelegd en de muur die door Berlijn liep.
Wat was een andere oorzaak van de spanning tussen de twee grootmachten?
A
De wapenwedloop in kernwapens.
B
Het bouwen van de beste tanks.
C
De oorlog die zij met elkaar hadden.
D
De race om wie de meeste kolonies had.

Slide 10 - Quizvraag

Aan het eind van deze les kun je
  1. Uitleggen wat een wereldrijk is. 
  2. Uitleggen hoe er een einde kwam aan de wereldrijken. 
  3. Minstens 3 landen noemen die een kolonie waren van een Europees land.  

Slide 11 - Tekstslide

Wereldrijken
Sinds tijdvak 8 hebben veel Europese landen kolonies over de hele wereld. 
  • Groot-Brittannië 
  • Frankrijk. 
  • Nederland. 
Vanaf 1800 gingen Europese landen streven naar een wereldrijk. 
Tijdens WO II waren sommige van deze landen bezet door of in oorlog met Nazi-Duitsland. 
  • Hierdoor konden de kolonies niet onder controle worden gehouden. 

Slide 12 - Tekstslide

Wereldrijken
Na WO II wilde de Europese landen weer controle over deze kolonies.

Maar:
  1. De landen waren verzwakt door de oorlog. 
  2. De kolonies hadden geproeft van de vrijheid. 
  3. De kolonies hadden tijdens WO II gezien dat hun bezetter verslagen kon worden. 
  4. Europa moest rekening houden met de twee grootmachten (VS en SU)

Slide 13 - Tekstslide

Vanaf welk tijdvak streven Europese landen naar een wereldrijk?
A
tijdvak 9
B
tijdvak 8
C
tijdvak 10
D
tijdvak 2

Slide 14 - Quizvraag

Waarom konden Europese landen maar moeilijk controle krijgen over hun kolonies na WO II?

Slide 15 - Open vraag

India
Na WO II werd Brits-Indië onafhankelijk. 
  • Tussen WO I en WO II kwam de inheemse bevolking al in opstand. 
  • Na WO II was het verzet van de inheemse bevolking zo groot dat Brittannië geen conlict wilden. 
  • De inheemse bevolking onderleiding van Gandhi zochten ook geen conflicten.

In 1945 gaven de Britten aan dat India wel onafhankelijk kon worden. 
  • Er barste enorm veel gewel los tussen de moslims en hindoes. 
  • De Britten laten het volk aan hun lot over. Ze laten de twee groepen het uitvechten. 
  • 1947 verdeeld in twee onafhanklijke staten. 

Slide 16 - Tekstslide

De protesten voor een onafhankelijk India verliepen geweldloos.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De onafhankelijkheid van India verliep geweldloos.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Toen in 1945 Brittannië aangaf dat India onafhankelijk kon worden ontstond er spanning tussen twee groepen. Welke?
A
De Britten en bevolking van India.
B
De Britten en moslims.
C
De moslims en Sovjet-Unie
D
De bevolking van India en moslims.

Slide 19 - Quizvraag

Indonesië
Voor WO II (1830 tot 1940) was Nederland de baas over Indonesië het heten toen Nederlands-Indië. 
  • De boeren moesten verplicht een deel van hun oogst afstaan aan de Nederlanders. 
  • Deden zij dit niet volgde er zware straffen. 
  • De Indonesiërs kregen hierdoor een enorme hekel aan de koloniale bezetter (Nederlanders)

Tijdens WO II was Japan de baas geweest over Indonesië. 
  • De Indonesiërs kregen meer rechten van de Japanners. 
Na WO II wilde Nederland de macht terug over Indonesië. 
  • 1945 Soekarno riep de Republiek Indonesië uit. 
  • Soekarno werd president. 
  • 1947 viel Nederland Indonesië binnen, begin van de Politionele acties.

Slide 20 - Tekstslide

Indonesië
Politionele acties. 
  • Volgens Nederland een actie om orde te herstellen. 
  • Was een oorlog tegen de bevolking van Indonesië.
Nederland veroverde een groot deel van Indonesië maar niet alles. 
Indonesië dreigt communistisch te worden. 
Onder druk van de VS  tekent Nederland de onafhankelijkheid in 1949. 

Slide 21 - Tekstslide

Suriname
Nederland had nog 2 kolonies: Suriname en de Voormalig Nederlandse Antillen. 
  • De onafhankelijkheid van Indonesië was zeer stroef verlopen. 
  • Nederland zag in dat het de andere kolonies meer macht moest geven. 
  • Vanaf 1954 mochten Surinam en de Antillen zichzelf grotendeels besturen. 
  • Vanaf 1970 kwam er schaamte bij de Nederlandse regering. Zij wilde graag van de kolonies af. 
  • De Surinaamse president eisten onafhankelijkheid. 
  • Dit werd door Nederland direct ondertekent in 1975.
  • Maar een groot deel van de Surianaamse bevolking vond dit maar niets. Zij wilde liever een kolonie blijven... het land was tot op het bot verdeeld. 

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag. 
Wat: Huiswerkupload week 3 periode 2. 
Hoe: Via Classroom
Blijf in de meet en de lessonup. 
Je hebt tot 3 minuten voor het einde van de les de tijd. 
Vragen stel je in de chat of door je hand op te sten.  

Slide 23 - Tekstslide