puntkomma

Doel van de les.
We herhalen de regels rondom het gebruik van de puntkomma ;

We kunnen de puntkomma op een juiste manier gebruiken in een zin.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel van de les.
We herhalen de regels rondom het gebruik van de puntkomma ;

We kunnen de puntkomma op een juiste manier gebruiken in een zin.

Slide 1 - Tekstslide

Wie doet er mee?
Je MOET meedoen als je foutjes in de toets hebt gemaakt.
Je MAG meedoen als je de puntkomma nog niet helemaal goed snapt.

Als je niet meedoet: plusblad, spelling oefenen, eigen keuze.
Wat ga je doen?

Slide 2 - Tekstslide

De puntkomma ;

Een ; gebruik je in een zin die bestaat uit een                      en een                      .

In een hoofdzin staat altijd de                                naast het                            .

Nog twee andere regels:
In een zin met een ; staat                een                            .
In een zin met een ; staan twee mededelingen die bij elkaar horen.
hoofdzin
hoofdzin
bijzin
bijzin
altijd
nooit
lidwoord
persoonsvorm
onderwerp
voltooid deelwoord
voegwoord

Slide 3 - Sleepvraag

(niks)
(niks)
Het schoolreisje

Ieder jaar gaat groep 7 op schoolreisje naar Amsterdam.

De laatste twee jaar kon het niet doorgaan        omdat het corona was.

Gelukkig kon het dit jaar wel          we waren erg enthousiast.

De heenweg duurde best lang          er was behoorlijk wat file.

,
.
;
,
.
;

Slide 4 - Sleepvraag

De buschauffeur was ook een beetje boos geworden omdat iemand een papieren vliegtuigje gooide.

Op de markt mochten we vijf euro besteden       we vonden allemaal iets leuks.

Joy vond de Bubble Tea die ze had gekocht niet lekker waardoor ze hem in de prullenbak gooide.

hoofdzin
hoofdzin
hoofdzin
hoofdzin
hoofdzin
hoofdzin
bijzin
bijzin
bijzin
bijzin
bijzin
bijzin

Slide 5 - Sleepvraag

De buschauffeur was ook een beetje boos geworden omdat iemand een papieren vliegtuigje gooide.

Op de markt mochten we vijf euro besteden       we vonden allemaal iets leuks.

Joy vond de Bubble Tea die ze had gekocht niet lekker waardoor ze hem in de prullenbak gooide.

hoofdzin
bijzin
hoofdzin
hoofdzin
bijzin
hoofdzin
,
,
,
;
;
;

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Kies:
Ik vind het nog moeilijk om te kiezen tussen leestekens --> maak *1 en **2
Ik weet (bijna) altijd welk leesteken ik moet kiezen --> maak **2 en ***3

Klaar?
Kijk na met het nakijkblad.
Werk aan je weektaak.

Slide 10 - Tekstslide

De puntkomma ;

Een ; gebruik je in een zin die bestaat uit twee hoofdzinnen.

In een hoofdzin staat altijd de persoonsvorm naast het onderwerp.


In een zin met een ; staat nooit een voegwoord.

In een zin met een ; staan twee mededelingen die bij elkaar horen.

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide