Zending en evangelisatie - H2

• Godsdienst
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Zending en Evangelisatie 

H2: Het leven van een zendingswerker

Terugblik

Maak opdracht 2.1

Leerdoelen

Leerdoelen

1. Je kunt weergeven hoe het evangelie zich over de wereld heeft verspreid;

2. Je kent de reactie van de mensen in Judea en Samaria op het evangelie;

3. Je kent de achtergrond van Paulus;

4. Je kent de bekeringsgeschiedenis van Paulus;

5. Je kent in hoofdlijnen het werk van Paulus en de impact daarvan op anderen

Vaardigheidsdoelen

1. Je kan een biografie schrijven

2a: Verspreiding     10 min.

Kijk de video die hiernaast staat.

Lees paragraaf 2a

Maak opdracht 2.2

Inleiding handelingen en paulus

Opdracht leer Paulus kennen (1).

10 min.

* Hiernaast zie je een voorbeeld van een (kleine) biografie.

* Vertel voor jezelf wat een biografie is.

Je krijgt een opdrachtenblad om een biografie over Paulus te schrijven.

(maak na elke les aantekeningen)

(=portfolio)

 

2e voorbeeld autobiografie

00:00

Hoeveel zendingsreizen deed Paulus?
(ander aantal dan in de film

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

01:46

Waar ligt Klein-Azie?

1. Israël
2. Syrië
3. Turkije
4. Noord-Afrika

03:33

Vertel kort: Wat is er nu zo nieuw en anders aan dit geloof in Jezus?

04:57

Wat stoot zo af in Paulus boodschap?
Waar worden mensen boos/bang van?

06:33

Voor wie wordt Paulus voorgeleidt, ter rechtspraak?

07:37

Geef in 1 foto weer, wat volgens jou het beste Paulus'periode in gevangenschap weergeeft.

08:32

Geef een nieuwe titel op voor het boek handelingen, waaruit jij denkt dat het beste Gods boodschap met dit boek duidelijk wordt.

08:34

Maak in je schrift aantekeningen bij onderwerpen voor je biografie!

Opdracht: Leer Paulus kennen! (2)  20 min.

Bekijk onderstaande video.

1. Schrijf na het kijken belangrijke punten op  bij de vragen van je opdrachtenblad biografie. 
2. Gebruik ook het paspoort!
3. Lees paragraaf B tot en met E  en maak opdracht 2.3, 2,4 en 2.6
4. Schrijf ook nu steeds belangrijke punten voor de 10 vragen op.

Paspoort Paulus:

Land van herkomst: Israël

Leefde van 3-60 na Christus

Leerling van: Gamaliël

 Beroep: Tentenmaker

Burgerlijke staat: (gelukkig) vrijgezel

Dood: waarschijnlijk onthoofding

Opdracht 2.5

gezamenlijk

1) Eerst doe je opdracht 2.5 onder leiding van de docent. 

2) Daarna ga je bespreken met je buurman/vrouw wat je ervaren hebt.

denken - uitwisselen

Controleer:

Heb je opdrachten 1,2,3,4,5,6 gedaan en opgeschreven?

Heb je de biografieopdracht  bekeken. Heb je uit al het geleerde  aantekeningen opgeschreven?

Zodat je straks de biografie goed kunt schrijven?

Leer Paulus kennen (3) 40 min

Lees Paragraaf F en G.

Bij opdracht 2.7 staan de Bijbelteksten waar je de zendingsreizen vindt. 

Werk in groepen van 4. iedereen zoekt een andere zendingsreis op. Blader door de hoofdstukken heen en schrijf van elke reis 2 verschillende gebeurtenissen op. 1 hoogtepunt en 1 dieptepunt. 

Vertel de verhalen daarna aan elkaar.

Maak aantekeningen!

De opdracht uit het boekje hoeft niet!

Leer Paulus kennen (4)

We lezen par. 2G en H

We lezen daarna het eerste stukje van Handelingen 17:16-34 uit paragraaf 2H

Opdracht 

Maak een stappenplan voor evangeliseren.

Opdracht: Leer Paulus kennen! (5)

 

• Bekijk de video's over Paulus hiernaast.
  
• Schrijf belangrijke aantekeningen op voor je biografie.
  
• Lees paragraaf L  en M  en maak opdracht 2.13, 2.17 en 2.18 
• Schrijf ook nu steeds belangrijke punten voor de biografie op.

controle: 

Controleer of je alle opdrachten gemaakt hebt en of je bij de video en alle opdrachten aantekeningen hebt opgeschreven bij het biografieblad.

Opdracht 2.7 (groot) 2.8, 2.13, 2.17 en 2.18

Laatste les over biografie Paulus

We starten met een terugblik 

Dan maken we de laatste opdrachten

Daarna mag je alvast aan de biografie werken, tot de bel gaat.

Ook de les daarna mag je schrijven.

Quiz; terugblik

kleine controle lesdoelen ;

Hoe wordt het evangelie verspreid?

1. Jeruzalem-Judea-Samaria, eerst de christen dan de heiden
2. Jeruzalem-Samaria-Judea, eerst de jood en dan de griek
3. Jeruzalem-Samaria-Judea, eerst de christen dan de heiden
4. Jeruzalem-Judea-Samaria, eerst de jood en dan de griek

In welk Bijbelboek wordt er over Paulus verteld?

1. Mattheüs
2. Marcus
3. Jakobus
4. Handelingen

Bij welke plek wordt Paulus 'omstraald' door een licht uit de hemel?

1. Jeruzalem
2. Samaria
3. Damascus
4. Kapernaüm

Door wie wordt Paulus bezocht in Damascus?

1. Ananias
2. Saffira
3. Petrus
4. Jakobus

Waarom brengt Paulus de Joden in verwarring?

1. Hij verandert opeens van naam
2. Hij zegt opeens dat Jezus wél de Messias is
3. Hij spreekt opeens Grieks
4. Hij geneest een zieke man

Hoe ontsnapt Paulus aan zijn eerste moordaanslag?

1. Hij doet alsof hij dood is
2. Hij rent weg
3. Hij gaat in een mand de muur over
4. Hij verkleed zich als vrouw

Wie komt Paulus helpen in Antiochië?

1. Barnabas
2. Dorkas
3. Tarsus
4. Petrus

Wat is de Hebreeuwse naam van Paulus?

1. Silas
2. Saulus
3. Petrus
4. Pinehas

Hoe weet Paulus dat hij te maken zal krijgen met gevangenschap?

1. Hij krijgt een brief van zijn vijanden
2. Zijn vrienden vertellen dit hem
3. Door een visioen
4. De Heilige Geest laat dit aan Hem merken

Hoe is Paulus gestorven?

1. Hij is in zijn slaap gestorven
2. Hij is voor de leeuwen gegooid
3. Hij is gekruisigd
4. Dat weten we niet zeker

Maak opdracht 2.14:

 Verklaar handelingen 9:15. Gebruik het Bijbels stappenplan (volgende sheet)  voor alledag en paragraaf 2L

Bijbels stappenplan alledag

1. De tekst ontdekken (lees in een begrijpelijke taal)
2. De tekst begrijpen (vat het verhaal samen)
3. De tekst toepassen (beschrijf wat je van de tekst kunt leren in weten en doen)

NB om een tekst goed te begrijpen moet je de 5 verzen ervoor en erna ook altijd lezen!

opdracht 2.14

Slotopdracht van H2 (60 min).

Type nu de biografie in word. Kijk voor een voorbeeld terug in deze lesson-up

Je kunt je portfolio aan het einde van het boekje uploaden in som, bewaar hem goed! 

Succes en veel  plezier!

Nu moet af zijn van je portfolio, opdracht 1.4 en de biografie

bewaar je wordbestand goed.