Herhalen hoofdstuk 4

Willem is werkloos. Hij heeft zich niet ingeschreven bij het UWV als werkloze. Behoort Willem tot de geregistreerde werkloosheid of verborgen werkloosheid?
A
Geregistreerde werkloosheid
B
Verborgen werkloosheid
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Willem is werkloos. Hij heeft zich niet ingeschreven bij het UWV als werkloze. Behoort Willem tot de geregistreerde werkloosheid of verborgen werkloosheid?
A
Geregistreerde werkloosheid
B
Verborgen werkloosheid

Slide 1 - Quizvraag

Vraag naar arbeid komt van de
A
werknemers
B
werkgevers

Slide 2 - Quizvraag

Leidinggevend of uitvoerend werk?

Job is fietsenmaker bij een grote fietswinkel.
A
Leidinggevend
B
Uitvoerend

Slide 3 - Quizvraag

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 5 - Quizvraag

Kies uit leidinggevende of uitvoerende. Sarah is teamleider bij een zorginstelling zij is
A
Leidinggevende
B
Uitvoerende

Slide 6 - Quizvraag

Voor wie geld een CAO?
A
iedereen binnen een bedrijfstak
B
alle werknemers van NL
C
iedereen van een bepaald bedrijf

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
timer
0:20
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 8 - Quizvraag

Een leidinggevende functie vind je vaak onderaan in een organigram
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
timer
0:20
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van werkloos zijn?
A
15 jaar t/m pensioenleeftijd
B
geen baan
C
op zoek naar werk
D
minder dan 20 uur per week werken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is arbeidsmarkt?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noem je de redenen om te werken?
A
Arbeidsmotieven
B
Arbeidsovereenkomst
C
Arbeidstijdwet
D
Arbeidsmarkt

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen arbeidsmotief?
timer
0:30
A
geld/loon
B
het communiceren met collega's
C
ontwikkeling
D
het zijn allemaal arbeidsmotieven

Slide 15 - Quizvraag

Wat staat er in de Arbowet?
A
Regels voor werk- en rusttijden
B
Regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden

Slide 16 - Quizvraag

Wat is nettoloon
A
het zelfde als brutoloon
B
hoger als het brutoloon
C
het brutoloon min belastingen en premies
D
het brutoloon plus belastingen en premies

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent werkgelegenheid?
A
Alle banen behalve bij bedrijven
B
Alle banen behalve bij de overheid
C
Alle banen bij bedrijven en overheid

Slide 18 - Quizvraag