In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
2. Wat moet de overheid wel en niet doen?
Slide 1 - Tekstslide
Politieke stroming
Groepen mensen met dezelfde opvatting over de inrichting van de samenleving (ideologie).
Slide 2 - Tekstslide
De SP en GL willen meer
A
vrijheid
B
gelijkheid
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
Liberalisme
- vrijheid van individu - vrije markt - overheid zorgt voor orde - eigen verantwoordelijkheid
Slide 5 - Tekstslide
Klassiek liberalisme
Iedereen mag doen wat hij wil, zo lang anderen hier geen last van hebben.
Sociaalliberalisme
Overheid moet mensen helpen zich te ontwikkelen (belastinggeld naar onderwijs).
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Welke partijen zijn Sociaal-democratisch?
A
Groenlinks
B
SP
C
50plus
D
PvdA
Slide 8 - Quizvraag
Sociaal-democratie
- Gelijkheid tussen mensen - Rechtvaardigheid - Geen grote inkomensverschillen - Grote rol overheid (uitkeringen)
Slide 9 - Tekstslide
Socialisme
Het beschermen van minderbedeelden. Gelijkheid en solidariteit.
Communisme
Een klassenloze samenleving zonder rijk en arm.
Slide 10 - Tekstslide
Confessionalisme
- Naastenliefde - Zorgzame samenleving - Gespreide verantwoordelijkheid - Subsidiariteitsbeginsel: de overheid mag zich pas bemoeien met iets wat burgers echt niet zelf kunnen. - Rentmeesterschap
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Links
- Meer uitkeringen (hogere belasting).
- Staat open voor verandering.
- Kosmopolitisch (andere culturen zijn een verrijking).
- Voor de EU
Rechts
- Minder uitkeringen (lagere belasting).
- Traditionele waarden en normen behouden.
- Nationalistisch (de overheid moet ons beschermen tegen invloeden van buitenaf).
- Minder EU
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Progressief
willen oude tradities doorbreken, ind. vrijheid
Conservatief
houden vast aan tradities, benadrukken wat al goed is, tegen veel overheid
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Welke partijen zijn populistisch?
A
D66
B
PVV
C
VVD
D
FvD
Slide 17 - Quizvraag
Populisme
- Politieke stijl (kan in elke stroming voorkomen) - Onvrede bij het publiek - Afkeer op de elite - Moeilijke problemen, makkelijk verwoorden