3.3 formeel - informeel

Nederlands
 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Welkom - hoe gaat het?
  • Mededelingen
  • Lesdoelen
  • Formeel - informeel
  • Aan de slag
  • Dilemma 

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen

  • Voorbereiden examen Lezen en luisteren (week 13, 25-28 maart) > zelf inschrijven! 
  • Voorbereiden examen Schrijven (week 20, 13-20 mei)
  • Uitleg over de examens
  • Nog een mondeling examen: periode 4

Slide 3 - Tekstslide

Berekening diplomacijfer Nederlands
lezen en luisteren (CE) 
50%
spreken
gesprekken schrijven
50%
+
: 2

Slide 4 - Tekstslide

Formeel taalgebruik

Slide 5 - Woordweb

Informeel taalgebruik

Slide 6 - Woordweb

Berekening diplomacijfer Nederlands
lezen en luisteren (CE) 
50%
spreken
gesprekken schrijven
50%
+
: 2

Slide 7 - Tekstslide

Formeel < > informeel

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van formeel taalgebruik?
A
Jo! gast fijn je weer te zien!
B
He Henk, ga je naar de winkel?
C
Bedankt voor uw mail.
D
Groetjes..

Slide 9 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
A
zakelijk taalgebruik
B
dagelijks taalgebruik

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef en afsluiting?
A
Formeel: Geachte meneer Rutte, Met vriendelijke groet,
B
Informeel: Hallo Mark, Groeten,

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video


A
formeel
B
informeel

Slide 13 - Quizvraag

Hoogachtend,
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quizvraag

Groetjes,
A
formeel
B
informeel

Slide 15 - Quizvraag

Doei!
A
formeel
B
informeel

Slide 16 - Quizvraag

Hoi!
A
formeel
B
informeel

Slide 17 - Quizvraag

Welke is correct?
A
Geachte heer de Wit,
B
Geachte heer de Wit
C
Geachte heer De Wit,
D
Geachte heer De Wit

Slide 18 - Quizvraag

Geachte heer De Wit,
A
informeel
B
formeel

Slide 19 - Quizvraag

Welke is correct?
A
Met vriendelijke groetjes,
B
Met groeten,
C
met vriendelijke groet,
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 20 - Quizvraag

Met vriendelijke groet,
A
formeel
B
informeel

Slide 21 - Quizvraag

Je schrijft een klachtenbrief
A
informeel
B
formeel

Slide 22 - Quizvraag

Denk aan uw bagage bij het verlaten van de trein.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 23 - Quizvraag

Hopelijk heb ik u voldoende geïnformeerd.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 24 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
- Voor mensen die je niet kent of die ouder zijn dan jij.
- Bij een zakelijk gesprek of een zakelijke brief, bij een artikel (inclusief titel).
* U - uw
* Geachte heer/mevrouw,
* Hoogachtend,
* Met vriendelijke groet,
* Let op: briefconventies en witregels bij brieven


Slide 25 - Tekstslide

Informeel taalgebruik
- Voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten

* jij
* Lieve, Voor, Hoi,
* Groetjes, Liefs,
* Let op: witregels bij brieven

Slide 26 - Tekstslide

Informeel en formeel taalgebruik

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
  • Zie planning in Teams
  •  Taalblokken: Beroepsgerichte modules > Zorg > 3F > Correspondentie > Deel 1 Voorbeelden en opdrachten
  • Opdr. 1 t/m 19
  • Pauze
  • Samen aan de slag met opdr. 20 > Klachtenbrief
  • Beoordelingsformulier
  • Inleveren

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide