Unit 4 les 2, KL:wh- words / TL: Imperative&gerund

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Welcome!!

Welcome!!

Planning

- KL Uitleg > TL zelfstandig aan de slag

- TL uitleg > KL zelfstandig aan de slag

KL Uitleg

Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kan ik de wh- words gebruiken 

Aan het einde van deze les kan ik het verschil tussen what en which uitleggen.

Wh- Words?

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een plaats?

1. when
2. what
3. who
4. where

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een persoon?

1. how
2. who
3. why
4. when

Welk vraagwoord gebruik je als je te maken hebt met een keuze?

1. what
2. which
3. when
4. how

what/which

Als er geen keuze wordt gegeven: What

Als je tussen twee dingen moet kiezen: Which

_____ do you prefer, red or white?

Kies uit what of which.

... of these ladies is your mother?

1. What
2. Which

Kies uit what of which.

... is your favourite movie?

1. What
2. Which

Is het what or which?

....... is your favourite animal?

1. What
2. Which

Ik snap de wh- words

😒🙁😐🙂😃

Leswissel!

KL zelfstandig aan de slag met:
Opdr: 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21

Unit 4

TL: Doet mee met de les

Imperative

Je gebruikt de imperative ('gebiedende wijs') wanneer je zegt dat iemand iets moet doen. Je gebruikt dan het hele werkwoord.

Go left

Clean your room

Sit still

Imperative

Wanneer je wil zeggen dat iemand iets NIET moet doen gebruik je don't. Je zet dit woord dan voor het hele werkwoord.

Don't go left

Don't clean your room

Don't sit still

Imperative

- Noem een voorbeeld van een NEDERLANDSE zin met de imperative

- Noem een voorbeeld van een Engelse zin met de imperative

Imperative:
Niet op het gras lopen!

1. Don't walk on the grass!
2. No walking on the grass!

Imperative:
Steek niet over!

1. Don't cross the road.
2. You cross not the road.

............ your soup with a fork!

Unit 4

 KL :Opdr: 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21

TL: Opdr 16, 17, 18, 19, 20, 21