In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
What are we going to do today?
- Tests!
- What did we do in the previous lesson?
- Grammar 6
- End of lesson
Slide 2 - Tekstslide
Tests!
8 januari - Test Stepping Stones CH2
Test week - Reading test
Slide 3 - Tekstslide
What was your homework?
Let's check all the homework you had to do when you're in class!
Slide 4 - Tekstslide
Wat hebben we de vorige les gedaan?
Slide 5 - Woordweb
Well done! We hebben geleerd over word order. Hier gaan we het vandaag weer over hebbe.
Slide 6 - Tekstslide
Grammar 6
Go to page 116 in your book. We are going to talk about word order!
Slide 7 - Tekstslide
Word order
In een Engelse zin staan woorden in een bepaalde volgorde. De zin heeft een soort structuur.
Om deze structuur te bepalen, gebruik je de volgende zin:
Wie doet wat waar wanneer?
Slide 8 - Tekstslide
Welke zin gebruik je om de woordvolgorde te bepalen?
Slide 9 - Open vraag
Welke zin gebruik je om de woordvolgorde te bepalen?
Slide 10 - Open vraag
Wie doet wat waar wanneer?
Wie = het onderwerp
Doet = het werkwoord
Wat = lijdend voorwerp (wie/wat + ww + onderwerp?)
Waar = plaats
Wanneer = tijd
Sarah likesto play guitar in her room every day
Slide 11 - Tekstslide
Grammar 6
Er hoeven niet altijd alle elementen uit de zin 'Wie doet wat waar wanneer?' in de zin te staan. Soms staat er geen plaats of tijd in de zin. Dit is dan prima!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat komt eerst?
A
Wat
B
Doet
C
Wie
D
Wanneer
Slide 14 - Quizvraag
Waar staat 'wie' voor?
Slide 15 - Open vraag
Wat komt als tweede?
A
Wat
B
Doet
C
Wie
D
Wanneer
Slide 16 - Quizvraag
Waar staat 'doet' voor?
Slide 17 - Open vraag
Wat komt er als derde?
A
Wat
B
Doet
C
Waar
D
Wanneer
Slide 18 - Quizvraag
Waar staat 'wat' voor?
Slide 19 - Open vraag
Wat komt er als vierde?
A
Wie
B
Wat
C
Waar
D
Wanneer
Slide 20 - Quizvraag
Waar staat 'waar' voor?
Slide 21 - Open vraag
Wat komt er als vijfde?
A
Waar
B
Wanneer
C
Doet
D
Wat
Slide 22 - Quizvraag
Waar staat 'wanneer' voor?
Slide 23 - Open vraag
Wat is dan de hele zin die je moet onthouden voor een goede woordvolgorde?
Slide 24 - Open vraag
Je weet nu wat de zin is en waar hij voor staat. Eens zien of je de zinsonderdelen ook herkent..
Slide 25 - Tekstslide
Onderwerp
Werkwoord
Plek
Tijd
on Wednesday
We
at school
write
They
in class
Slide 26 - Sleepvraag
Laten we wat zinnen in elkaar gaan zetten!
Denk aan 'wie doet wat waar wanneer'
Slide 27 - Tekstslide
buys - she - in the shop - new shoes - every month
Slide 28 - Open vraag
they - play - every evening - in the garden - hide and seek
Slide 29 - Open vraag
the teacher - about word order - taught - the students
Slide 30 - Open vraag
don't go - I - to the cinema - often
Slide 31 - Open vraag
we - songs - around the campfire - sing - every holiday