Met of zonder -n
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De twee jongens pakten beide/beiden een koekje van de schaal.
A
beide
B
beiden
Slide 4 - Quizvraag
De twee waterschappen gingen zich beide/beiden meer toeleggen op faunabeheer.
A
beide
B
beiden
Slide 5 - Quizvraag
Ik hoorde beide/beiden zangers het lied zingen.
A
beide
B
beiden
Slide 6 - Quizvraag
De coureur en zijn motor belandden beide/beiden in de grindbak.
A
beide
B
beiden
Slide 7 - Quizvraag
De hoogbegaafde/hoogbegaafden moest een speciale test afnemen.
A
hoogbegaafde
B
hoogbegaafden
Slide 8 - Quizvraag
De feestende/feestenden gingen door tot in de vroege uurtjes.
A
feestende
B
feestenden
Slide 9 - Quizvraag
Enkele/enkelen van de kippen hebben een ei gelegd.
A
enkele
B
enkelen
Slide 10 - Quizvraag
De meeste/meesten maakten de toets goed.
A
meeste
B
meesten
Slide 11 - Quizvraag
Sommige vrienden waren het cadeau vergeten, maar de meeste/meesten hadden al bijgelegd.
A
meeste
B
meesten
Slide 12 - Quizvraag
Tientalle/tientallen jongeren gingen staken voor het milieu.
A
tientalle
B
tientallen
Slide 13 - Quizvraag
Ik heb een prachtige armband gekregen voor mijn verjaardag; een hele dure goude/gouden.
A
goude
B
gouden
