Een mengsel die de pH constant kan houden bij toevoeging van kleine hoeveelheden zuur of base
Vb: de pH van je bloed moet constant blijven, omdat te grote schommelingen in pH dodelijk kunnen zijn
Slide 2 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer met pH?
pH = -log [H3O+] <-> [H3O+] = 10-pH
pOH = -log [OH-] <-> [OH-] = 10-pOH
pH + pOH = 14,00 (Bij 298 K, Binas tabel 50)
Slide 3 - Tekstslide
pH significantie
Het aantal significante cijfers in [H3O+] is gelijk aan het aantal decimalen in de pH
Voorbeeld: [H3O+] = 2,4 *10-2 mol/L. Bereken de pH.
pH = -log (2,4*10-2) = 1,619788 = 1,62 2 significantie in [H3O+], dus 2 decimalen
Slide 4 - Tekstslide
Samenstelling van buffer
Voor het maken van een buffer heb je een zwak zuur met zijn geconjugeerde base nodig. De hoeveelheid moet ongeveer gelijk zijn. Ideaal is een molverhouding van 1:1
Grens is molverhouding van 1:10 en 10:1
Slide 5 - Tekstslide
Geef de RV voor azijnzuur in water
heb je nu een buffer?
hoe zou je hiervan een buffer kunnen maken?
Slide 6 - Tekstslide
Keuze van buffer
Als [HZ] = [Z-], dan is de Kz gelijk aan [H3O+]
-log Kz = -log [H3O+]
-log Kz = pKz en -log [H3O+] = pH
Dus pKz = pH
Slide 7 - Tekstslide
Keuze van buffer
Dus pKz = pH (bij 1:1)
Als je dus een buffer van bepaalde pH nodig hebt, zoek je de pKz van zuur-basekoppel op die gelijk is aan de pH die je wilt
Slide 8 - Tekstslide
Keuze van buffer
Verhouding van 1:10 of 10:1 betekent dat de pH maximaal 1,0 zal afwijken
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Hoe zou ik een buffer met een pH =9,2 kunnen maken?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Buffer in je bloed
Worden veel zuren in je lichaam gevormd
pH mag niet te laag worden
H2CO3/HCO3- buffer werkt samen hemoglobine buffer
Wel kunnen volgen, niet leren
Slide 13 - Tekstslide
Wat kan je nu gaan doen?
- H2CO3/HCO3- en hemoglobine buffer op blz 88 lezen
- Paragraaf 17.2 doorlezen
- Opdrachten uit studiewijzer maken
(weektaak: leer t/m par. 17.2 en mk 9, 10 of 11, 12 of 13)