Les 2 - externe schriftelijke communicatie

Les 2 Externe Schriftelijke Communicatie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing communicatie basisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Externe Schriftelijke Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

voordat je begint met de les, enveloppen en lege A4-tjes halen
Wat gaan we doen?
Week 1 - Interne communicatie
Week 2 - Externe communicatie
Week 3 - Webcare
Week 4 - Webcare
week 5 - Schrijven voor de website
week 6 - Analyse SWOT
week 7 - Canvas model
week 8 - Redigeren is een hit
week 9 - Inhalen / afronden
Herfstvakantie 26 oktober - 3 november
week 10 - Bufferweek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je kunt uitleggen:
  • wat externe schriftelijke communicatie is
  • Hoe je verschillende zakelijke brieven kunt opstellen (layout)
  • Je kunt de verschillende onderdelen van een brief benoemen
  • Je kunt aan de hand van een instructie een brief opstellen
  • Je kunt op de juiste manier een adres op een envelop noteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf in je eigen woorden wat 'externe schriftelijke
communicatie' is

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van externe communicatie ken jij? Noem minimaal 2 voorbeelden

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Externe Schriftelijke Communicatie
Externe schriftelijke communicatie is schriftelijke communicatie met mensen buiten de organisatie.
Schriftelijke communicatie kan gericht zijn aan één persoon, bijvoorbeeld een email. Maar je kunt ook een promotionele mailing naar veel mensen tegelijkertijd sturen.
Voorbeelden zijn: een brief, tekst voor de website, bericht voor sociale media, een digitale nieuwsbrief, een papieren nieuwsbrief een folder.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het schrijven van een brief
Brieven hebben een vaste indeling, de lay-out. Dat zorgt voor duidelijkheid.
1. Het is belangrijk om marges te houden. Dat zijn de witte randen rondom de tekst.


2. Begin bovenaan met de naam en het adres van de afzender

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Briefindeling
Marges links/rechts/boven/onder
Naam en adres afzender
Plaatsnaam en datum
Naam en adres ontvanger
Onderwerp: 
Aanhef
Brieftekst
Met vriendelijke groet, 
Bijlage

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.
Hoe ziet de vaste indeling van een brief eruit?
Denk aan je motivatiebrief voor stage


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Titulatuur
de manier van aanschrijven van personen waarop zij op grond van hun titel, rang, maatschappelijke positie en dergelijke aanspraak kunnen maken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zijne majesteit de koning
Weledelge-leerde heer/vrouwe
weledelge-strenge heer, vrouwe
Hoogedel-achtbare
heer
Geachte heer, mevrouw

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

SPL
Waarom brieven?
Toets 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

En de envelop?
envelop mét venster
envelop zonder venster

Wie bezorgt de post in NL?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor het adresseren van post geldt een aantal richtlijnen
Lengte adres: min. 3 - max. 6 adresregels

Volgorde adresregels
1. Naam
2. a. Straatnaam en huisnummer (en eventuele toevoeging)
2 b. Of postbus en postbusnummer - wat is dat?
2 c. Of antwoordnummer - wat is dat?
3. Postcode en plaatsnaam
Schrijfwijze postcode
• Een spatie tussen de cijfers en letters van de postcode
• Twee spaties tussen de postcode en plaatsnaam


Schrijfwijze woonplaats: woonplaats in hoofdletter

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achterop de envelop?
Vermeld ook de afzender op de envelop. 

De ontvanger kan dan reageren op je brief en PostNL kan de brief naar je terugsturen als de brief niet bezorgd kan worden.

Je kunt eventueel volstaan met postcode en huisnummer.
 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo vermeld je de afzender op de envelop
1. Afzender bij handgeschreven adres
Schrijf je het adres met de hand op de envelop? Dan schrijft u de afzender op de achterkant. 

2. Afzender bij niet-handgeschreven adres
Is het adres niet-handgeschreven, bijvoorbeeld als je gebruikmaakt van een geprint adresetiket of vensterenvelop? Dan vermeld je de afzender links bovenaan de envelop (op één regel).

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
zelf een brief schrijven

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Postzegels
Zoek op de website van post.nl naar de tarieven

maak daarna alleen de quiz

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je kunt uitleggen:
  • wat externe schriftelijke communicatie is
  • Hoe je verschillende zakelijke brieven kunt opstellen (layout)
  • Je kunt de verschillende onderdelen van een brief benoemen. 
  • Je kunt aan de hand van een instructie een brief opstellen.
  • Je kunt op de juiste manier een adres op een envelop noteren.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies