Ontdek tekstverbanden en signaalwoorden in teksten
Ontdek tekstverbanden en signaalwoorden in teksten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ontdek tekstverbanden en signaalwoorden in teksten
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het eind van de les kun je tekstverbanden en signaalwoorden in teksten herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de studenten wat ze kunnen verwachten van deze les.
Wat weet je al over tekstverbanden en signaalwoorden in teksten?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn tekstverbanden?
Tekstverbanden zijn verbindingswoorden die helpen om de samenhang tussen zinnen en alinea's in een tekst te begrijpen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat tekstverbanden zijn en waarom ze belangrijk zijn in een tekst.
Soorten tekstverbanden
Er zijn verschillende soorten tekstverbanden, zoals: chronologisch, opsommend, tegenstellend, oorzakelijk en concluderend.
Slide 5 - Tekstslide
Leg elk type tekstverband uit met behulp van voorbeelden.
Wat zijn signaalwoorden?
Signaalwoorden zijn woorden die aangeven welk tekstverband er gebruikt wordt.
Slide 6 - Tekstslide
Vertel de studenten wat signaalwoorden zijn en waarom ze belangrijk zijn in een tekst.
Voorbeelden van signaalwoorden
Voorbeelden van signaalwoorden zijn: 'eerst', 'vervolgens', 'daarna' en 'ten slotte' voor een chronologisch verband.
Slide 7 - Tekstslide
Laat de studenten enkele voorbeelden van signaalwoorden zien en leg uit welk type tekstverband ze aangeven.
Oefenen met signaalwoorden
Lees de tekst en markeer de signaalwoorden die je ziet.
Slide 8 - Tekstslide
Laat de studenten een korte tekst lezen en vraag hen om de signaalwoorden te markeren die ze zien.
Oefenen met tekstverbanden
Lees de tekst en bepaal welk tekstverband er wordt gebruikt.
Slide 9 - Tekstslide
Geef de studenten een korte tekst en vraag hen om het tekstverband te identificeren dat wordt gebruikt in elk van de zinnen.
Toepassen van tekstverbanden
Schrijf een korte alinea, passend bij de tekst, en gebruik ten minste twee verschillende tekstverbanden.
Slide 10 - Tekstslide
Vraag de studenten om een korte alinea te schrijven en minstens twee verschillende tekstverbanden te gebruiken om de samenhang tussen zinnen te versterken.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.