Chapitre 3 bron c en voca a en b


Bonjour 1b09
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les


Bonjour 1b09

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Les mots de bloc A + B
Bloc C (parler)

Slide 2 - Tekstslide

Je vais à l'école.
A
Ik ga naar de les.
B
Ik ga naar school.
C
Hij gaat naar de kantine.
D
Hij gaat naar de klas.

Slide 3 - Quizvraag

Le cours commence à sept heures et demie.

Slide 4 - Open vraag

La prof est sévère.
A
De lerares is aardig.
B
De leraar is geweldig.
C
De leraar is aardig.
D
De lerares is streng.

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal: de rugzak - de telefoon - de leerling
A
le sac à dos - le portable- le jeune
B
la langue - le portable - le jeune
C
le sac à dos - le portable- l'élève
D
la maison - le portable - l'élève

Slide 6 - Quizvraag

praten =
houden van =
A
porter - aller
B
parler- aimer
C
parler - détester
D
rentrer - porter

Slide 7 - Quizvraag

Het is kwart over 5.
A
Il est cinq heures et quart.
B
Il est cinq et quart heures.
C
il est cinq heures moins le quart.
D
il est cinq heure et quart.

Slide 8 - Quizvraag

Het is half 1 (middag).
A
Il est midi et demi.
B
Il est douze heures et demie.
C
Il est minuit et demi.
D
Il est midi et demie.

Slide 9 - Quizvraag

Het is kwart voor 6.

Slide 10 - Open vraag

Welke werkwoorden kun je al vervoegen in het Frans?

Slide 11 - Woordweb

avoir = hebben
vb.   ik heb = j'ai
werkwoorden op -ER
vb. habiter= wonen      jij woont = tu habites

Slide 12 - Tekstslide

Ik
Jij
Hij
Zij (👩🏼)
Wij / Men
Wij
Jullie / U
Zij (👩🏼👩🏼)
Zij (👨🏽👨🏽)
Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles

Slide 13 - Sleepvraag

être = zijn
Je suis Tara = Ik ben Tara

Ik ben                    = je suis
jij bent                  = tu es
hij/zij/men is     = on est

wij zijn                  = nous sommes
u / jullie zijn       = vous êtes
zij zijn                   = ils /elles sont


Slide 14 - Tekstslide

Fais attention!
avoir = hebben       jij hebt= tu as
être = zijn                  jij bent= tu es


avoir= hebben       zij hebben = ils / elles ont
être= zijn                  zij zijn          = ils / elles sont

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Travail individuel
Faire exercices: 17,18,19 + rooster maken
Apprendre: Bloc B + D (être)


Vragen kan je stellen via Teams.

Slide 17 - Tekstslide

Bloc C    p.110-111

é
è

Slide 18 - Tekstslide

Bloc C
Tu es en quelle classe?
Je suis en cinquième.

Tu as quelle matières le lundi?
Le lundi, j'ai français, anglais et biologie


! Klassen/ dagen / vakken !

Slide 19 - Tekstslide

Bloc C.
La récré, c'est à quelle heure?
à onze heures et quart.

Quelle heure est-il?
Il est huit heures et demie


kloktijden

Slide 20 - Tekstslide

Tu es en quelle classe?

Tu as quelles matières le mercredi?


La récré, c'est à quelle heure?

Quelle heure est-il?
Zeg dat je in de tweede klas zit.

Zeg welke vakken je op mercredi hebt.

Zeg dat la récré om kwart voor 12 is.

Zeg dat het half 4 is.
Opdracht: Schrijf het hele gesprekje in het Frans in je schrift.
(vragen+antwoorden)

Slide 21 - Tekstslide

Devoirs
Faire exercices: 17,18,19 + gesprekje bloc C in schrift schrijven+ rooster maken

Apprendre: bloc D (être) + B herhalen

Denk aan: rooster + vlaggetje

Slide 22 - Tekstslide