Aardrijkskunde - Vulkanen

Aardrijkskunde - Vulkanen






Juf Amber
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aardrijkskunde - Vulkanen






Juf Amber

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Vanaf 2:25
Aan het eind van de les weet je:
- hoe de aarde is opgebouwd;
- wat aardplaten zijn en hoe ze bewegen;
- welke soorten vulkanen er zijn;
- hoe een stratovulkaan ontstaat.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

De aarde bestaat uit meerdere lagen.

De buitenste laag kan je vergelijken met de schil van een appel. Dat heet de aardkorst. Dit is de laag waar zij op lopen.

Daaronder zit een vloeibare laag, dat is de aardmantel, hier stroomt half-vloeibaar steen. Dit wordt magma genoemd.
Het heet pas lava als het buiten de aardmantel komt.

Nog een laag verder naar binnen is de buitenste kern. Deze verschilt in de samenstelling van de aardmantel en is vloeibaar.

Het binnenste van de aarde het de binnenste kern. Hier is het niet te bevatten zo heet en het is hier vast. Het is dus niet vloeibaar zoals bij de buitenste kern en de mantel.

Bron: https://www.storyboardthat.com/nl/lesson-plans/structuur-van-de-aarde/label-diagram

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Aardplaten, ook wel tektonische platen genoemd, zijn grote stukken aardkorst die los van elkaar kunnen bewegen.

Er zijn drie soorten bewegingen van aardplaten.
Naar elkaar toe - convergent
Van elkaar af - divergent
Langs elkaar - transform
Uitbeelden met handen

Slide 7 - Tekstslide

Als het gaat over soorten vulkanen, worden er vaak vier onderscheden.

Ten eerste de stratovulkaan (linksboven). Deze wordt gekenmerkt door zijn hoogte en de zeer explosieve uitbarstingen.

Ten tweede bestaat de spleetvulkaan (rechtsboven). Deze wordt gekenmerkt door een open gleuf in de aardkorst. Als deze uitbarst is het zeer effusief (niet-explosief).

Linksonder is de schildvulkaan te zien. Deze wordt gekenmerkt door een heuvel/lage berg. De uitbarstingen zijn vaak effusief (niet-explosief).

De laatste soort vulkaan in dit rijtje is rechtsonder te zien. Dit is een Caldera vulkaan. Deze soort kenmerkt zich door de grote krater die zich vaak vult met water.
Stratovulkaan

Slide 8 - Tekstslide

Op het filmpje dat ik eerder liet zien was een stratovulkaan te zien.

Deze ontstaat bij een convergente plaatbeweging. Wat was dat ook alweer?
Stratovulkaan

Slide 9 - Tekstslide

De vulkaan van het filmpje ligt hier. Maar op deze kaart kunnen we nog niet achterhalen waarom hij op deze plek ligt.
Daarvoor hebben we een kaart nodig die laat zien hoe de aardplaten bewegen.

Slide 10 - Tekstslide

De dikke zwarte pijl wijst Guatemala aan. Hier ligt de vulkaan.

Wat valt jullie op als jullie kijken naar de Caribische en de Cocos plaat?

(Ze bewegen naar elkaar toe, dat heet de convergente plaatbeweging.)

Stratovulkanen ontstaan dus wanneer aardplaten naar elkaar toe bewegen. Maar waarom in dat eigenlijk zo?

Slide 11 - Tekstslide

Op deze afbeelding is te zien dat een oceanische plaat op een continentale / landplaat op elkaar duwen.
De oceanische plaat is dunner en zal dus onder de landplaat duiken. 
De plaat komt dan in de aardmantel terecht.

Zoals we al eerder geleerd hebben is het gesteente daar vloeibaar. De oceanische plaat is (onder andere) van steen en zal daar dus ook smelten.

MAAR: Het is natuurlijk niet enkel het gesteente dat de mantel in schiet. Ook alles wat op de zeebodem ligt en een flinke slok zout water gaat mee. 
Hierdoor wordt het magma ontzettend stroperig.
Stratovulkaan
Denk na:
Waarom is een stratovulkaan zo hoog?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Het magma dat ontstaat in de mantel is ontzettend stroperig.
Als de vulkaan uitbarst, kan de lava niet zo ver wegvloeien voordat het stolt.

Voorbeeld met stroop.

Als zich dit maar vaak genoeg herhaalt, wordt de vulkaan steeds groter.

----

Zoals al eerder gezegd gaat niet alleen het gesteente de mantel in, maar ook alles op de zeebodem. Hierdoor ontstaat gas. Dit zorgt ervoor dat er enorm veel druk wordt opgebouwd en de vulkaan uiteindelijk als het ware ontploft.

Voorbeeld met ballon en pompje

---

We gaan nu weer hetzelfde stukje van het filmpje kijken. Probeer voor jezelf te kijken wat je van mijn verhaal ook ziet in het filmpje.

Slide 14 - Video

Vanaf 2:25
QUIZ
Ga naar:
lessonup.app
----
Vul de code linksonder in beeld in
----
Gelukt?
Blijf rustig en wacht totdat iedereen zover is
 

Slide 15 - Tekstslide

Op deze afbeelding is te zien dat een oceanische plaat op een continentale / landplaat op elkaar duwen.
De oceanische plaat is dunner en zal dus onder de landplaat duiken. 
De plaat komt dan in de aardmantel terecht.

Zoals we al eerder geleerd hebben is het gesteente daar vloeibaar. De oceanische plaat is (onder andere) van steen en zal daar dus ook smelten.

MAAR: Het is natuurlijk niet enkel het gesteente dat de mantel in schiet. Ook alles wat op de zeebodem ligt en een flinke slok zout water gaat mee. 
Hierdoor wordt het magma ontzettend stroperig.
Hoe heet de aardlaag waar het magma zit?

A. Binnenste kern
B. Buitenste kern
C. Aardmantel
D. Aardkorst

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de aardlaag waar het magma zit?
A
Binnenste kern
B
Buitenste kern
C
Aardmantel
D
Aardkorst

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een convergente plaatbeweging gaan de platen:

A. naar elkaar toe
B. van elkaar af
C. langs elkaar heen
D. onder elkaar door

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een convergente plaatbeweging gaan de platen:
A
naar elkaar toe
B
van elkaar af
C
langs elkaar heen
D
onder elkaar door

Slide 19 - Quizvraag

Bij een convergente plaatbeweging gaan de platen inderdaad naar elkaar toe. 
Maar zoals we geleerd hebben, kan dat er ook voor zorgen dat de ene plaat onder de andere schiet. 
Zowel A als D is juist.
Welke vulkaan is een hoge berg?

A. stratovulkaan
B. spleetvulkaan
C. schildvulkaan
D. caldera vulkaan

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vulkaan is een hoge berg?
A
Stratovulkaan
B
Spleetvulkaan
C
Schildvulkaan
D
Caldera vulkaan

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen vulkaan?

A. stratovulkaan
B. spleetvulkaan
C. schildvulkaan
D. komvulkaan

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen vulkaan?
A
Stratovulkaan
B
Spleetvulkaan
C
Schildvulkaan
D
Komvulkaan

Slide 23 - Quizvraag

De berg wordt zo hoog door het stroperige lava dat eruit komt. Dat kan niet ver vloeien voordat het stolt.
Aan het eind van de les weet je:
- hoe de aarde is opgebouwd;
- wat aardplaten zijn en hoe ze bewegen;
- welke soorten vulkanen er zijn;
- hoe een stratovulkaan ontstaat.
Gelukt?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra informatie
Vond je dit interessant? Ik heb nog extra
informatie over de volgende vulkanen:

- Spleetvulkaan
- Schildvulkaan
- Caldera vulkaan

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies