Les 30 - Alinea's en functiewoorden

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Programma
Terugblik (3 min)
Instructie alinea's en functiewoorden (7 min)
Werkfase  (20 min)
Bespreken antwoorden (10 min)
Laatste 5 minuten (5 min)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Alinea's
  • Elke alinea heeft een kernzin
  • De alinea's volgen elkaar logisch op
  • Ieder alinea heeft zijn eigen functie
  • Opsomming, voor- en nadeel

Slide 7 - Tekstslide

Functiewoorden
  • Een functiewoord kondigt de functie van de alinea aan
  • De schrijver vertelt je letterlijk wat je kunt verwachten
  • Bijvoorbeeld: 'De conclusie is....' 
    Het woord 'conlusie' is dan het functiewoord.
  • Het functiewoord staat meestal aan het begin van een alinea

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden functiewoorden
  • aanleiding
  • voorbeeld
  • uitleg
  • anekdote
  • argument
  • afweging
  • constatering
  • analyse
  • definitie
  • gevolg
  • oplossing
  • advies
  • verklaring

Soms moet je zelf bedenken wat de functie van de alinea is.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Werkfase
  • Ga naar paragraaf 30 van je boek, p. 64-65
  • Maak vraag 1, 2, 3, 4, 5 en 6
  • Heb je een vraag? Ik kom langs.
  • Je hebt 20 minuten de tijd
  • Ben je klaar? Ga verder met 7 t/m 11
  • We bespreken de eerste drie vragen in de les
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide