H7.3. De Sovjet-invloedssfeer in Europa

H7.3. De Sovjet-invloedssfeer in Europa


opdr. 29, 30, 31, 33 t/m 40
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7.3. De Sovjet-invloedssfeer in Europa


opdr. 29, 30, 31, 33 t/m 40

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 29
De zinnen hieronder hebben te maken met de Sovjet-Unie en met Midden- en Oost-Europa in de periode 1900-1945. Zet ze op chronologische volgorde. Noteer alleen de nummers.
1. Duitsland verovert Tsjechoslowakije.
2. In Versailles wordt besloten dat Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije onafhankelijk worden.
3. Duitsland en de Sovjet-Unie sluiten een niet-aanvalsverdrag, waarbij ze ook Polen onder elkaar verdelen.
4. Als Operatie Barbarossa begint, worden Hitler en Stalin vijanden.
5. In Rusland nemen communisten de macht over.
6. Met de Duitse inval in Polen begint de Tweede Wereldoorlog.
7. In Duitsland komt Hitler aan de macht, die in het oosten meer Lebensraum wil veroveren.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 29
De zinnen hieronder hebben te maken met de Sovjet-Unie en met Midden- en Oost-Europa in de periode 1900-1945. Zet ze op chronologische volgorde. Noteer alleen de nummers.
1. Duitsland verovert Tsjechoslowakije.
2. In Versailles wordt besloten dat Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije onafhankelijk worden.
3. Duitsland en de Sovjet-Unie sluiten een niet-aanvalsverdrag, waarbij ze ook Polen onder elkaar verdelen.
4. Als Operatie Barbarossa begint, worden Hitler en Stalin vijanden.
5. In Rusland nemen communisten de macht over.
6. Met de Duitse inval in Polen begint de Tweede Wereldoorlog.
7. In Duitsland komt Hitler aan de macht, die in het oosten meer Lebensraum wil veroveren.

De chronologische volgorde is: 
5 – 2 – 7 – 1 – 3 – 6 – 4.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Opdracht 30
De Deense fotograaf Vagn Hansen kwam dit groepje jongeren tegen en maakte een paar foto’s. Vooral de foto’s van Erika Szeles gingen razendsnel de wereld rond. De regering in Moskou was hier niet blij mee.
Bedenk hiervoor twee redenen.
  • De mensen op de foto zijn bereid hun leven te geven voor meer vrijheid, in plaats van doen wat de communistische partij (en dus de regering in Moskou) voorschrijft.
  • Door de grote deelname aan het protest, zelfs van jonge meiden, laat de bevolking zien dat ze het oneens is met de invloed van de Sovjet-Unie in Hongarije.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 31
De Deense fotograaf Vagn Hansen kwam dit groepje jongeren tegen en maakte een paar foto’s. Vooral de foto’s van Erika Szeles gingen razendsnel de wereld rond. De regering in Moskou was hier niet blij mee.
Bedenk hiervoor twee redenen.
  • De mensen op de foto zijn bereid hun leven te geven voor meer vrijheid, in plaats van doen wat de communistische partij (en dus de regering in Moskou) voorschrijft.
  • Door de grote deelname aan het protest, zelfs van jonge meiden, laat de bevolking zien dat ze het oneens is met de invloed van de Sovjet-Unie in Hongarije.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 33
Tijdens de onderhandelingen in 1945 stelde Stalin zich hard op. Hij wilde macht in grote delen van Europa en in die gebieden gedroegen de Russen zich vaak gewelddadig. Ook werd er veel geplunderd.
Leg uit dat beide bronnen bruikbaar zijn in een onderzoek naar de vraag waarom dit zo ging.
  • Beide bronnen laten zien hoe zwaar de Sovjet-Unie had geleden onder de nazi’s. Dat zorgde in de Sovjet-Unie voor een behoefte aan wraak en dus voor een harde opstelling.


Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 34
Het lijkt dat in deze bron vooral feiten staan. Bij nader inzien is dat twijfelachtig. Waarom kun je betwijfelen of de informatie in de bron feitelijk is?
Eén van de volgende:
  • Hoe kan worden vastgesteld dat er (bijvoorbeeld) 110 miljoen stuks pluimvee zijn verdwenen? Wie heeft ze geteld?
  • Alle verwoestingen, plunderingen en diefstallen worden aan de Duitsers toegeschreven. Maar klopt dat wel?



Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 35
Een bewering: ‘De communistische partijen van de Oost-Europese landen probeerden totalitaire samenlevingen te maken.’
De kenmerken van een totalitaire samenleving zijn: 

Kort na 1945 zie je deze kenmerken in Oost-Europa ook / niet.
De bewering is dus wel / niet juist.



Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 35
Een bewering: ‘De communistische partijen van de Oost-Europese landen probeerden totalitaire samenlevingen te maken.’
  • De kenmerken van een totalitaire samenleving zijn: Indoctrinatie (door propaganda en censuur), terreur, dictatuur.
  • Kort na 1945 zie je deze kenmerken in Oost-Europa ook / niet.
  • De bewering is dus wel / niet juist.



Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 36
Stel, je onderzoekt het leven van vrouwen in de Sovjet-Unie rond 1945. Je komt deze foto tegen. Voor de beantwoording van welke onderzoeksvragen is deze bron bruikbaar?
  • Hoe veranderde de taakverdeling tussen mannen en vrouwen door de Tweede Wereldoorlog?
  • Welke beroepen werden in de Sovjet-Unie (ook) door vrouwen uitgevoerd?
  • Welke invloed had de Kerk op de emancipatie van vrouwen in de Sovjet-Unie?
  • Welke invloed had de Tweede Wereldoorlog op de politieke invloed van vrouwen?
  • Welke invloed had de Tweede Wereldoorlog op de positie van vrouwen in de Sovjet-Unie?


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 37
Bedenk waarom Chroesjtsjov pas drie jaar na het overlijden van Stalin zware kritiek gaf op zijn voorganger.
  • Tussen 1953 en 1956 was er een machtsstrijd gaande in Moskou. Toen had Chroesjtsjov de touwtjes nog niet stevig genoeg in handen om kritiek op Stalin te leveren.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 38
Drie zinnen over Stalin als opperbevelhebber van het Rode Leger tijdens de Tweede Wereldoorlog:
1. De tactiek waar Stalin voor koos, zonder kennis van het voeren van veldslagen, kostte ons veel bloed.
2. Stalin kreeg de titel van Redder des Vaderlands voor de vakkundige en heldhaftige wijze waarop hij het Rode Leger leidde.
3. Dat Stalin nauwelijks kennis had van de situatie aan het front kwam natuurlijk doordat hij nooit het front bezocht.
Welke van deze zinnen zijn afkomstig uit de toespraak die Chroesjtsjov in 1956 hield? Beredeneer je antwoord.



  • De zinnen 1 en 3 zijn afkomstig uit de toespraak van Chroesjtsjov. Deze zinnen zijn negatief over Stalin, net als de toespraak als geheel. Zin 2 is juist positief.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 39
In zijn toespraak noemt Chroesjtsjov feiten, maar hij geeft ook zijn mening.
Geef van beide een voorbeeld.
Voorbeeld van een feit:  

Voorbeeld van een mening: 


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 39
In zijn toespraak noemt Chroesjtsjov feiten, maar hij geeft ook zijn mening.
Geef van beide een voorbeeld.
  • Voorbeeld van een feit: Stalin reisde nooit naar de provincie en sprak geen arbeiders en boeren.
  • Voorbeeld van een mening: Lenin bekommerde zich wél om het volk, Stalin niet.



Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 40
Over welk onderdeel van de toespraak van Chroesjtsjov gaat deze tekening? Leg je antwoord uit.
  • De tekening gaat over de kritiek op de persoonsverheerlijking van Stalin. In deze prent moet de leider van de Nederlandse communistische partij grote opruiming houden.



Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
H7.3. De Sovjet-invloedssfeer in Europa
maken opdrachten 42 t/m 47


PWW-3
Duitsland [3.5, 5.2, 5.5, 6.2, 6.3, 7.2, 7.3 + 7.5]
weging 3

Slide 18 - Tekstslide

opdracht 41
Over wat er in de wereld gebeurt, lees jij waarschijnlijk voornamelijk online. Hoe bepaal je wat ‘waar’ is en wat niet? Vind je dat je kritisch genoeg bent? Bedenk drie dingen waar je op let (of op zou moeten letten) en bespreek die met een medeleerling.
  • Bekijk meerdere nieuwssites.
  • Lees ook eens een artikel over een onderwerp geschreven door iemand uit een ander land (Standplaats).
  • Stel vast wanneer je te maken hebt met fake-news!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

opdracht 42
Welk soort motief was voor de DDR-overheid de belangrijkste reden om de Berlijnse Muur te bouwen? Kruis aan en licht je keuze toe.
Ideologische motieven
Sociale motieven
Economische motieven
Politieke motieven
Militaire motieven
Culturele motieven

Slide 21 - Tekstslide

opdracht 42
Economische motieven. 
De DDR investeerde veel geld in de opleiding van jongeren. In plaats van een bijdrage aan de Oost-Duitse economie te gaan leveren, vluchtte een deel van hen naar het westen, de BRD. 
De Bondsrepubliek kreeg zo een grote groep hoogopgeleide mensen gratis in de schoot geworpen.

Slide 22 - Tekstslide

opdracht 43
Formuleer bij deze foto een beschrijvende vraag, een verklarende vraag en een waarderende vraag.
Voorbeelden van juiste antwoorden:
  • Beschrijvende vraag: Welk type tank is dit?
  • Verklarende vraag: Waarom werden de tanks naar Praag gestuurd?
  • Waarderende vraag: Wat vond men in het Westen van de inzet van tanks tegen burgers?


Slide 23 - Tekstslide

opdracht 44
Leg uit wat de Brezjnev-doctrine inhoudt.
  • De Brezjnev-doctrine gaf de Sovjet-Unie het recht om in te grijpen als er in een Oostblokland dingen gebeurden die niet pasten bij de ideeën van de leiders van de Sovjet-Unie.



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 45
Tussen de Truman-doctrine en de Brezjnev-doctrine bestaan overeenkomsten en verschillen.
Geef van beide een voorbeeld.
Overeenkomst: 
  • Met de Truman-doctrine gaven de Amerikanen zichzelf het recht om in andere landen in te grijpen en met de Brezjnev-doctrine gaf de Sovjet-Unie zichzelf het recht om in andere (Oost-Europese) landen in te grijpen.
Verschil: 
  • Met de Truman-doctrine mochten de Amerikanen bijna overal ter wereld ingrijpen, terwijl de Brezjnev-doctrine alleen voor het Oostblok gold. 
  • De Truman-doctrine moest verspreiding van het communisme tegengaan, terwijl de Brezjnev-doctrine juist moest voorkomen dat het communisme verzwakte.

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 46
Schrijf achter elke zin het begrip of de naam die er het beste bij past.
1. De naam voor dit soort landen komt uit de sterrenkunde: een object dat in een baan om een ander hemellichaam beweegt. satellietlanden
2. De gevreesde geheime politie van de DDR. Stasi (Staatssicherheitsdienst)
3. Dit land werd in 1945 ongeveer 150 kilometer naar het westen opgeschoven. Polen
4. ’Ont-stalinnen’. destalinisatie
5. In dit land streden mensen in 1956 voor meer vrijheid. Hongarije
6. Rehabilitatie, het herstel van iemands goede naam. eerherstel


Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 47
Vul de zes namen of begrippen uit de vorige opdracht op de juiste plaats in.
Na 1945 werden landen in Oost-Europa (waaronder Roemenië en Polen) satellietlanden van de Sovjet-Unie. Veel tegenstanders van het communistische regime werden door de geheime dienst (zoals de Stasi in de DDR) opgespoord en opgesloten. Stalin werd na zijn dood door zijn opvolger zwaar bekritiseerd. Tijdens deze destalinisatie kregen veel gestrafte personen eerherstel. Even leek het erop dat er meer vrijheid van meningsuiting mogelijk was. De gebeurtenissen tijdens de opstand in Hongarije maakten duidelijk dat dit niet het geval was.



Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
H7.5. Het einde van de Koude Oorlog
maken opdrachten 64 t/m 66, 68 t/m 72


PWW-3
Duitsland [3.5, 5.2, 5.5, 6.2, 6.3, 7.2, 7.3 + 7.5]

Slide 29 - Tekstslide