2 vmbo-kt toets thema 6 Ecologie en duurzaamheid BVJ MAX 22/23 LB

thema 6 Ecologie en duurzaamheid
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 6 Ecologie en duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

ja/nee vragen

Slide 2 - Tekstslide

1. Is windenergie een duurzame energiebron?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

2. Is een pissebed een afvaleter?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

3. Is ecologie de studie van relaties tussen organismen en hun milieu?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

4. Worden voedingsstoffen in de natuur steeds weer opnieuw gebruikt?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Kijk naar de afbeelding op de vorige bladzijde.

5. Is de egel uit afbeelding 1 een consument?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

6. Is concurrentie een voorbeeld van samenwerking?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Staat in het werkplan van een beschrijvend onderzoek wat je met het onderzoek wilt bereiken?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Zijn bacteriën en schimmels reducenten?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

9. Komen er voedingsstoffen vrij wanneer de resten van dode dieren afgebroken worden?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

10. Is bij een voedselrelatie de ene soort het voedsel voor een andere soort?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

meerkeuzevragen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Kijk naar afbeelding 3 op de vorige bladzijde.

13. Welk organisme in afbeelding 3 is een producent?
A
de paardenbloem
B
de wezel
C
het konijn

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Kijk naar afbeelding 4 en lees de tekst op de vorige bladzijde.

14. Wat was de oorzaak van het verdwijnen van de otter uit Nederland?
A
de bevolkingstoename
B
het opraken van voedingsstoffen
C
milieuvervuiling

Slide 18 - Quizvraag

Hieronder staan 2 uitspraken over de gevolgen van de bevolkingstoename en de andere manier van leven.
1. Door de bevolkingstoename is er minder ruimte voor dieren.
2. Door de veranderde manier van leven komen er meer afvalstoffen vrij.

15. Welke uitspraak of welke uitspraken zijn juist?
A
alleen uitspraak 1
B
alleen uitspraak 2
C
beide uitspraken

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Kijk naar afbeelding 5 op de vorige bladzijde.

Christel heeft een tas met allerlei afval bij zich. In de tas zitten onder andere een leeg frisdrankblikje, een oude fietsbel en een verlepte bos rozen.

16. Welk afval mag in de bak uit de afbeelding?
A
een leeg frisdrankblikje
B
een oude fietsbel
C
een verlepte bos rozen

Slide 21 - Quizvraag

Huishoudelijk afval wordt ingedeeld in 5 groepen:
1. groente-, fruit- en tuinafval
2. glas
3. plastic
4. metaal
5. papier

17. Welke van deze groepen afval is, of zijn biologisch afbreekbaar?
A
alleen 1
B
alleen 1 en 5
C
alleen 1, 3 en 5

Slide 22 - Quizvraag

Een lintworm leeft in het darmkanaal van andere dieren. Een van de koeien van een boer heeft zo'n lintworm. De lintworm leeft van het voedsel dat deze koe eet. Er zijn daardoor minder voedingsstoffen beschikbaar voor de koe. Daarom moet de koe meer eten dan anders.

18. Waar is de samenleving tussen de lintworm en de koe een voorbeeld van?
A
concurrentie
B
parasitisme
C
samenwerking

Slide 23 - Quizvraag

meerkeuzevragen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

In afbeelding 6 op de vorige bladzijde zie je organismen die in een voedselketen passen.
Algen zijn kleine waterplantjes. Algen worden gegeten door muggenlarven. De forel eet de libellenlarven. Sleep de organismen die hieronder staan naar de juiste plaats in de voedselketen.
algen
forel
libellenlarve
muggenlarve

Slide 26 - Sleepvraag

21. Hoe noem je het materiaal dat je gebruikt bij een bodemonderzoek?

Slide 27 - Open vraag

22. Waaruit zijn fossiele brandstoffen ontstaan?

Slide 28 - Open vraag

De mens is van het milieu afhankelijk, onder andere doordat het milieu grondstoffen en zuurstof levert.

23. Noem nog 3 andere manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu.

Slide 29 - Open vraag

Melk koop je meestal in kartonnen pakken. Juf Fonteijn wil haar melk liever in glazen flessen verkopen, omdat dit milieuvriendelijker is.

25. Leg uit dat glazen flessen milieuvriendelijker zijn dan kartonnen pakken.

Slide 30 - Open vraag

einde van de toets!!

Slide 31 - Tekstslide