6.3 Zure, neutralen en basische oplossingen

H6.3
Schoon
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6.3
Schoon

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt aan de hand van de pH uitleggen of een oplossing zuur, neutraal of basisch is.
  2. Je weet wat kalkaanslag is
  3.  Je kunt uitleggen hoe je verschillende indicatoren gebruikt om de zuurgraad van een oplossing te bepalen.
  4. Je kent de risico's van schoonmaakmiddelen

Slide 2 - Tekstslide

Alle stoffen hebben een zuurtegraad. Deze geef je aan met de pH. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe hoger de concentratie van een zuur in een oplossing, hoe ..... de pH
A
hoger
B
lager

Slide 4 - Quizvraag

Hoe hoger de concentratie van een base in een oplossing, hoe ..... de pH
A
hoger
B
lager

Slide 5 - Quizvraag

Hard en zacht water
  • Water met opgeloste kalkzouten is
hard water.
• bijvoorbeeld rivierwater
• Water zonder opgeloste kalkzouten
is zacht water.
• bijvoorbeeld regenwater
• Bij verwarmen van hard water
ontstaat kalksteen of ketelsteen.
• bijvoorbeeld in de waterkoker
• Kalksteen verwijder je met een zuur.

Slide 6 - Tekstslide

pH van schoonmaakmiddelen
• Schoonmaakmiddelen zijn vaak
bijtend of corrosief.
• zeer zure oplossingen met pH
beneden de 2
• zeer basische oplossingen met
pH boven de 12

Slide 7 - Tekstslide

De pH bepalen m.b.v. indicatoren
Er zijn verschillende indicatoren die wij gebruiken voor om de pH waarde. 
- Rodekoolsap
- Rood en blauw lakmoespapier
- Universeel indicator
- Fenoftaleine

Slide 8 - Tekstslide

In een recept voor het koken van rodekool staan als toevoegingen genoemd: zout, suiker en azijn.

Bij het toevoegen van welke stof kan de kleur van de rodekool veranderen?
A
zout
B
suiker
C
azijn

Slide 9 - Quizvraag

Lakmoespapier
Een zure oplossing kleurt een blauw lakmoespapier rood. 

Een basische oplossing kleurt rood lakmoespapier blauw. 

Slide 10 - Tekstslide

Universeel indicator

Met universeel indicator papier kun je de zuurgraad aflezen. Je hoeft alleen maar naar de kleur te kijken. 

Slide 11 - Tekstslide

Welke kleur heeft blauw lakmoes bij de pH-waarde 7?
A
rood
B
blauw
C
geel
D
groen

Slide 12 - Quizvraag

Welke kleur heeft blauw lakmoes bij de pH-waarde 4?
A
rood
B
blauw
C
geel
D
groen

Slide 13 - Quizvraag

Welke kleur krijgt een rood lakmoespapiertje als je er een druppel van wc-reiniger op aanbrengt?
A
rood
B
blauw
C
geel
D
groen

Slide 14 - Quizvraag

Welke kleur heeft blauw lakmoes bij de pH-waarde 9?
A
rood
B
blauw
C
geel
D
groen

Slide 15 - Quizvraag

Risico’s van schoonmaakmiddelen

• GHS-symbolen geven de risico’s van een
product aan.
• De GHS-symbolen staan op de verpakking.
• Leer deze symbolen uit je hoofd.
• Gebruik bleekwater nooit met een ontkalker!
• ontstaan van chloorgas

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de betekenis van deze pictogram?
A
niet mengen
B
slecht voor het milieu
C
giftig
D
corrosief

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de betekenis van deze pictogram?
A
bijtend
B
giftig
C
schadelijk
D
corrosief

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de betekenis van deze pictogram?
A
bijtend
B
giftig
C
slecht voor het milieu
D
corrosief

Slide 19 - Quizvraag

Niet mengen
Er kan een gevaarlijke scheikundige reactie optreden. 

Slide 20 - Tekstslide

opdrachten 6.3 maken
Lees de tekst en maak de opdrachten van 10.1

Slide 21 - Tekstslide