les 1

les 1
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

les 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw van een tekst

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Een titel
Een tussenkopje
Een alinea
Een witregel

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Tekstslide


Een titel
Een afbeelding
Een bron
Een tussenkopje

Slide 14 - Poll

Wat is een bron?
A
Een plaatje bij een tekst.
B
Waar de tekst vandaan komt, bijvoorbeeld een krant.
C
Een andere naam voor de schrijver.
D
Een stukje tekst, met een ander onderwerp dan de hele tekst.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Waar vind je de hoofdgedachte vaak?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het doel van dit bord?
A
overhalen
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Tekst

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 28 - Quizvraag

inleiding
kern
slot
Hier wordt de tekst afgerond.
Hier wordt kort het onderwerp genoemd.
Hier staat meer informatie over het onderwerp.

Slide 29 - Sleepvraag

Kernzin en toelichting

Slide 30 - Tekstslide

Kernzin en toelichting
In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit de alinea.

De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin, een uitleg of een voorbeeld. 

Slide 31 - Tekstslide

In welke zin vind je de belangrijkste informatie van een alinea?

Slide 32 - Woordweb

In welk deel staat de minder belangrijke informatie in een alinea?

Slide 33 - Woordweb

De hoofdgedachte van een tekst
De samenvatting van de tekst in één zin:

Dat wat de schrijver zegt (schrijft) over het onderwerp.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Zo vind je de hoofdgedachte:
Lees de inleiding en het slot van de tekst
Bepaal het onderwerp van de tekst (waar gaat de tekst over)
Vat in één zin samen wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Slide 36 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
de mening van de schrijver over het onderwerp
B
jouw mening over het onderwerp
C
De bron van de tekst
D
wat de schrijver zegt over het onderwerp

Slide 37 - Quizvraag

Functies van het slot
Het slot van een tekst is de laatste alinea. Hierin rondt de schrijver de tekst af. Hij kan dat op verschillende manieren doen:
  • samenvatten;
  • conclusie geven;
  • antwoord geven op de vraag uit de inleiding.

Slide 38 - Tekstslide

Let op!
Niet elke tekst heeft een slot. Een nieuwsbericht op een website of in een krant heeft meestal alleen een inleiding en een kern.

Slide 39 - Tekstslide

Uit welke tekstdelen bestaat een tekst in elk geval?
A
inleiding, kern en slot
B
inleiding en kern
C
inleiding en slot
D
kern en slot

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide