2.4 Delfstoffen in Nederland

Trilobiet : Cambrium (570 milj. jaar geleden) tot het einde van het Perm (230 milj. jaar geleden) .
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Trilobiet : Cambrium (570 milj. jaar geleden) tot het einde van het Perm (230 milj. jaar geleden) .

Slide 1 - Tekstslide

Ammoniet : leefden in de oceanen tussen 240 - 65 miljoen jaar geleden

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 3 soorten gesteenten:
  1. Sedimentgesteente - gesteente die laag voor laag worden afgezet, waarbij de onderste laag het oudst is. BV: zandsteen, kalksteen, schalie 
  2. Stollingsgesteente - gesteente gevormd door vulkanische activiteit. Door het stollen van magma (in de aarde) of lava (op de aarde). BV: graniet, basalt.
  3. Metamorf gesteente - dit is sediment- of stollingsgesteente wat door invloed van  hoge druk en hogere temperatuur veranderd (metamorfose) van structuur. BV: kalksteen veranderd in marmer / schalie veranderd in leisteen. 

Slide 3 - Tekstslide

§2.4 Delfstoffen in Nederland
 






3 havo 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les:
Wat zijn delfstoffen?

Slide 5 - Open vraag

Lesdoelen
1. Je weet welke delfstoffen in Nederland gevonden worden
2. Je begrijpt waarom Nederland delfstoffen heeft 
3. Je kunt met bodemdoorsneden aangeven waar aardolie en aardgas in de Nederlandse ondergrond voorkomen 

Slide 6 - Tekstslide

Welke delfstoffen zijn in
Nederland aanwezig?

Slide 7 - Woordweb

Waarom wordt er in Nederland geen steenkool meer gewonnen?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Waar in Nederland komt aardgas voor in de ondergrond?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Ondoordringbare laag zout
 Wordt gebruikt voor productie van chloor > 
PVC, textiel, zeep, keukenzout

Slide 15 - Tekstslide

Waar in Nederland komt veel kalksteen aan de oppervlakte voor?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Meer weten over de geologie? Bekijk deze video:

Slide 18 - Tekstslide

Pleistoceen
(periode van 2,6 miljoen jaar tot 10.000 jaar geleden)
Grind & zand afzettingen 

Slide 19 - Tekstslide

Waarvoor kan zand, grind en klei
gebruikt worden?

Slide 20 - Woordweb

H2: Schatkist aarde
Werkvorm: Maakt jouw grond jou rijk?
Uitleg
Hoe oud is de grond onder je voeten?
  1. Ga naar https://www.dinoloket.nl
  2. klik op ondergrondmodellen
  3. Zoek je huis op de kaart
  4. Vink in de legenda 'BRO DGM v2.2' aan
  5. Zet een boring op de plaats van de huis
  6. Blijf met je muis boven een kleur staan om te lezen hoe oud de laag is. Tip: soms moet je daarvoor even Google openen! 
  7. Maak een tijdlijn van je bevindingen met een legenda hoe oud de lagen zijn.
  8. Extra vraag: waarom zou jij wel of niet rijk worden als je de grond onder je huis verkoopt?
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Je weet welke delfstoffen in Nederland gevonden worden
2. Je begrijpt waarom Nederland delfstoffen heeft 
3. Je kunt met bodemdoorsneden aangeven waar aardolie en aardgas in de Nederlandse ondergrond voorkomen 

Slide 22 - Tekstslide

Is Nederland voor delfstoffen afhankelijk van het buitenland?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

De mijnen in Limburg waren een voorbeeld van
A
Dagbouw
B
Schachtbouw

Slide 24 - Quizvraag

Is deze uitspraak juist of onjuist?
Fossiele brandstoffen zijn een voorbeeld van delfstoffen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Wat wordt er als laatste neergelegd door rivieren?
A
stenen
B
grind
C
zand
D
klei

Slide 26 - Quizvraag

Zandsteen uit het Perm fungeert als ..... gesteente voor aardgas
A
moedergesteente
B
reservoirgesteente
C
afdekkingsgesteente

Slide 27 - Quizvraag

In welke periode is steenkool ontstaan?
A
Carboon
B
Krijt
C
Perm
D
Precambrium

Slide 28 - Quizvraag

Nu:
- Maak H2 par. 2.4 online of in je werkboek blz. 42 
vraag 1,2,3,4,5,6
Ben je klaar?
-Zet de begrippen van H2 in StudyGo
-Maak een samenvatting/mindmap van de moeilijkste paragrafen
Proefwerk is op 28 maart H2 alle paragrafen en alle begrippen.

Slide 29 - Tekstslide