2H - les 2 - STG




2H - Martes 6 de septiembre - STG
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




2H - Martes 6 de septiembre - STG

Slide 1 - Tekstslide

La planificación de hoy
  • Empezamos con el libro
  • Conocimiento de España/ Kennis over Spanje
  • Pronunciación
  • Deberes


Slide 2 - Tekstslide

Empezamos - Punto de partida
Página 6-7, ejercicios 1-2

1. Wat is de Nederlandse vertaling van deze woorden?
2. Schrijf de Spaanse woorden onder de foto's

Slide 3 - Tekstslide

Weet jij wat de hoofdstad van Spanje is?
A
Barcelona
B
Valencia
C
Madrid
D
Santiago

Slide 4 - Quizvraag

Waar moet jij aan denken, als je aan Spanje denkt?
Sleep ze naar de kaart van Spanje toe

Slide 5 - Sleepvraag

Welke Spaanstalige beroemdheden ken je?
Sleep de naam naar de juiste foto
Penélope Cruz
Lionel Messi
Máxima
Shakira
Daddy Yankee y Fonzi
Rafa Nadal

Slide 6 - Sleepvraag

Hoe kun je in het Spaans vragen: "Hoe gaat het?"
A
¿cómo estás?
B
ça va?
C
¿qué tal?
D
tudo bem?

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Spaans "dankjewel"?
A
merci
B
grazie
C
gracias
D
danke schön

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort niet bij Spanje?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het kleinste buurland van Spanje?



A
Madeira
B
Portugal
C
Formentera
D
Andorra

Slide 10 - Quizvraag

Spanje heeft een.....
A
dicatator (het is een dictatuur)
B
keizer (het is een keizerrijk)
C
koning (het is een koninkrijk)
D
president (het is een republiek)

Slide 11 - Quizvraag

Spanje in het Spaans
A
España
B
Espana
C
Españe
D
Españia

Slide 12 - Quizvraag

Uitspraak
v = b  Valencia
ll = j  amarillo
j = g  Juan
ñ = nj  España
h = ..  hola
u = oe  Cuba 
ch = tsj  Chile
Página 8

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Pronunciamos
EB. pag. 7, ej 1
  1. Spel je naam in het Spaans.
  2. Schrijf deze woordjes spellend uit: ese - u - zeta - a - ene - ene - e
  3. ¿Cómo se escribe tu nombre?

  1. Spel nu een woord uit de voca lijst van 1.1 (wb pag. 27)
  2. Spel het woord en de klas moet raden om welk woord het gaat.

Slide 15 - Tekstslide

Países hispanohablantes
Página 9, ejercicio 4
  • In 2tallen
Spel de namen van de landen
Vul de hoofdsteden in

Slide 16 - Tekstslide

Países hispanohablantes
Página 10, ejercicio 5
  • Google
  • In 2tallen
Uit welk land komen deze mensen?
Welk beroep hebben ze?

Slide 17 - Tekstslide

Vocabulario
Klassikaal: página 12-13, ej 2 y 4
In 2tallen: página 12-13, ej 1 y 4

Slide 18 - Tekstslide

Quizlet
  • Open een nieuw tabblad
  • Ga naar quizlet.com
  • Log met je School Google Account
  • Ga naar klassen
  • 2HV Spaans
  • Oefen met de voca

Slide 19 - Tekstslide

Deberes
Leren:

- Voca Unidad 1 blz 104 NL-SP 1-20

Slide 20 - Tekstslide