Het bestuur van Florence

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

6.2 Het bestuur van Florence

Machtstrijd in Italië

• Machtstrijd tussen verschillende personen en groepen
• 1. Keizer en paus
• 2. Steden en adel

Strijd

• Florence heeft het platteland nodig:
• 1. Voedsel
• 2. Nijverheid
• 3. Handel.
• 14e eeuw: Florence verovert platteland om de stad heen.
• Gevolg:
• Florence centrum van macht

Strijd

• Adel en Patriciërs strijden om de macht in Florence.
• 13e eeuw: Gildes krijgen steeds meer macht --> privileges
• 1228: Alleen gildeleden mogen deelnemen in bestuur.
• Gevolg:
• Florence wordt een republiek
• 15e eeuw:
• Groeience macht van De' Medici

Toetsen

Hoe leer jij voor geschiedenis?

Welke vragen vind je het moeilijkste op een toets?

1. Kennisvragen
2. Chronologie
3. Toepassing (met behulp van de bron)
4. Interpretatie (wat vindt de schrijver)

Voorbeeld

• Paus Gregorius VII is te koppelen aan de kenmerkende aspecten Het begin van staatsvorming en centralisatie en Het conflict in de christelijke wereld wie de machtigste is: de keizer of de paus.
  
• Leg voor beide kenmerkende aspecten uit waarom Gregorius VII bij deze kenmerkende aspecten past.
  

Leren

• De basis van geschiedenis is kennis:
• - Gebeurtenissen: wat, wanneer, waarom?
• - Personen: wie, waarom belangrijk?
• - Ontwikkeling: oorzaken, gevolgen
• - Begrippen: betekenis
• Zonder deze kennis is het onmogelijk om geschiedenis te begrijpen

Voorbeeld

In de bron lees je hoe paus Urbanus II oproept tot de kruistocht, naar aanleiding van de verovering van Jeruzalem door de moslims in het jaar 638.

Leg uit:

- waarom het vreemd is dat Urbanus II dit als reden zal geven om Jeruzalem te bevrijden, en

- wat voor de paus waarschijnlijk de echte reden geweest is om op te roepen tot de kruistocht.

Wanneer is een bron betrouwbaar?

1. Als de schrijver een mening geeft
2. Als de schrijver tijdens of niet lang na de gebeurtenis leefde
3. Als de schrijver wilt informeren
4. Als de schrijver eeuwen later terugkijkt

Betrouwbaarheid

• Een bron is betrouwbaar als:
• 1. De schrijver zelf het meegemaakt kan hebben op kort na de gebeurtenis leefde
• 2. De schrijver van ooggetuigen zijn informatie kon krijgen
• 3. De schrijver wilt informeren

Is deze bron betrouwbaar?

1. Ja
2. Nee

Leren

• Gebeurtenissen, personen, begrippen en opsommingen moet je kennen: uit je hoofd!
• Oefen met bronnen door de opdrachten en de oefentoets serieus te maken
• Maak met je docent een mindmap
• Maak zelf een samenvatting
• Begin op tijd met leren!!