5. DLR - activiteiten organiseren

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Activiteiten organiseren

Welkom

• Start
• Periode 1 
  
• Doelen en verwachtingen
• Gesprekstechnieken
• Aan de slag
• Evaluatie

Periode 1

Doelen

• Je weet wat sociale en recreatieve activiteiten zijn
• Je hebt basiskennis van omgangsvormen, gesprekstechnieken en begeleidingswijze
• Je hebt basiskennis van doelgroepen en groepsprocessen
• Je kunt een werkplan maken en volgens werkplan werken
• Je kunt werkzaamheden mondeling en schriftelijk rapporteren
• Je kunt assisteren tijdens een activiteit
• Je kunt het groepsklimaat positief beïnvloeden
• Je kunt een activiteit afronden en evalueren
• Je kunt op je eigen handelen reflecteren

Soorten gesprekken

• Helpend
• Informatief
• Conflict/klachten
• Sollicitatie
• Functioneren
• Slechtnieuws

Actief luisteren

• Hoe laat je zien dat je actief luistert?

Gesprekstechnieken

LSD

BOOS

ANNA

OMA 

NIVEA

Opdracht

Klachtengesprek observeren

2 x 2 voeren een klachten gesprek anderen observeren

Werkblad klachten maken

Aan de theorie

Studenten met de opleiding dienstverlening  >  Helpende gaan aan de slag in hun theorieboekje Theorie - tot en met opdracht 35

Servicemedewerkers gaan verder in deze lesson up en maken de vragen en opdrachten.

Daarna aan de slag met de lwp

Wat wilt u drinken?
Dit is een.....

1. gesloten vraag
2. open vraag
3. dubbele vraag

Wat is een gesloten vraag?

1. Hoe ben je hier gekomen?
2. Vind je het spannend?
3. Wat wil je straks gaan doen?
4. Wie heeft je gebracht?

Mevr. de Jager verkeert in onzekerheid of zij naar een verpleeghuis moet verhuizen. Ze zegt tegen jou: 'Als ik moet verhuizen naar een verpleeghuis, hoeft het voor mij allemaal niet meer'.

Hoe reageer jij op deze opmerking van mevr. de Jager?

1. Kop op hoor! Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten hoor. Het valt straks vast mee.
2. Zo denkt u er nu over, maar ik weet zeker dat u er straks anders over denkt.
3. Ik begrijp wat U bedoelt.
4. U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?

U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?

Welk gesprekstechniek is hier gebruikt?

1. ANNA
2. DIK
3. LSD
4. OEN

Wees een OEN

Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Sta open voor de ander, wees eerlijk in hetgeen je duidelijk wilt maken en ben oprecht nieuwsgierig naar de ander.

Neem ANNA mee

Altijd Navragen, Nooit Aannemen. Vraag altijd na of je goed begrepen hebt wat de ander bedoelt.

Smeer met NIVEA

Niet Invullen Voor Een Ander. 

Niemand kan in het hoofd van een ander kijken en je weet dus nooit wat de ander wil gaan zeggen. Als iets onduidelijk is, vul dan niet in maar vraag na wat er bedoeld wordt.

Laat OMA thuis

Probeer je Oordelen, Meningen en Aannames/Adviezen voor je te houden en luister met een open houding naar de ander.

Maak je niet dik

Denk In Kwaliteiten. Besteed aandacht aan hetgeen goed is gegaan en probeer ‘om te denken’.

vragen over video:

Schrijf op wat je herkent in deze video van:

-OEN

-ANNA

-NIVEA

-OMA

-DIK

Welke gesprekstechnieken herkende je?

Wat voor een gesprekspartner ben jij?

Bedenk een situatie waarin jij een belangrijk gesprek hebt gevoerd. Wat was het doel van dit gesprek?

Wat vind je moeilijk als je een gesprek voert?

Aan de slag 

Je bent vorige week gestart met de lwp (opdracht) organiseren van een activiteit.

Je gaat nu verder met deze LWP, deze opdracht maak je in Word en vind je in het mapje uitstroom.

We zijn bij onderdeel 4 > Gesprekstechnieken