Blok 1 Lezen 1.12 leesplan
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
het doel van een informerende tekst =
(Voorbeeld: studieboek, nieuwsbericht, geboortekaartje)
(Voorbeeld: studieboek, nieuwsbericht, geboortekaartje)
A
de lezer iets nieuws vertellen
B
de lezer laten lezen voor zijn plezier
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 6 - Quizvraag
het doel van een overtuigende tekst =
(Voorbeeld: boekbespreking, column, verkiezingstoespraak)
(Voorbeeld: boekbespreking, column, verkiezingstoespraak)
A
de lezer iets nieuws vertellen
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 7 - Quizvraag
het doel van een aansporende tekst =
(Voorbeeld: advertentie, verkiezingsaffiche, folder van Etos)
(Voorbeeld: advertentie, verkiezingsaffiche, folder van Etos)
A
de lezer laten lezen voor zijn plezier
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 8 - Quizvraag
het doel van een uitleggende tekst =
(Voorbeeld: handleiding, studieboek, bereidingswijze recept)
(Voorbeeld: handleiding, studieboek, bereidingswijze recept)
A
de lezer laten lezen voor zijn plezier
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 9 - Quizvraag
het doel van een amuserende tekst =
(Voorbeeld: (strip)verhaal, gedicht, toneelstuk, mop, lied)
(Voorbeeld: (strip)verhaal, gedicht, toneelstuk, mop, lied)
A
de lezer laten lezen voor zijn plezier
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Verken tekst 6 (blz. 38, 39)
Wat voor soort tekst is dit?
Wat voor soort tekst is dit?
A
Informerende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Amuserende tekst
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de tekstvorm?
A
Reclametekst
B
Nieuwsbericht
C
Gebruiksaanwijzing
D
Artikel
Slide 13 - Quizvraag
Met welk leesdoel zou je deze tekst gaan lezen?
Slide 14 - Open vraag
Wat is de bron van deze tekst?
Slide 15 - Open vraag
Noem 2 dingen waaraan je snel kunt zien waar deze tekst over zal gaan:
Slide 16 - Open vraag
Voorspel het onderwerp van deze tekst.
