H3 chemisch rekenen deel 3 en 4

Chemisch rekenen 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Chemisch rekenen 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • PTO bespreken 
  • Huiswerkcontrole
  • Uitleg deel 3
  • Uitleg deel 4 
  • Maken som 7 t/m 11

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de overmaat berekenen.
  2. Je weet wat de atoommassa is.
  3. Je kunt de molecuulmassa berekenen. 

Slide 3 - Tekstslide

Overmaat (deel 3) 
Er is van 1 stof meer aanwezig dan je nodig hebt. 

Waarom wil je dit kunnen berekenen?
Zodat je zo efficiënt mogelijk chemicaliën kunt produceren. Het scheelt kosten, opzuiveren, maar wel voor een zo goed mogelijke opbrengst. 


Slide 4 - Tekstslide

Hoe bereken je de overmaat?
Voorbeeld:
2 Ca + O2 --> 2 CaO
Voor 5 gram calcium heb je 2,4 gram zuurstof nodig. 
Stel er is 3 gram zuurstof aanwezig. 
Dan is zuurstof met 3-2,4 = 0,6 gram in overmaat aanwezig. 

Slide 5 - Tekstslide

Gegeven: reactie tussen stikstof en waterstof (bord). 5 g waterstof en 40 g stikstof.
Welke stof is in overmaat en hoeveel gram is de overmaat?

Slide 6 - Open vraag

Chemisch rekenen deel 4
Stoffen hebben massa's, stoffen bestaan uit moleculen, moleculen bestaan uit atomen, dus atomen hebben massa's.
De massa van een waterstofatoom is 1,68x10-27 kg! 

Niet zo handig he? 
Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht. 
1 u = 1,67x10-27 kg

Slide 7 - Tekstslide

Atoommassa's en molecuulmassa's 
Atoommassa van ieder atoom aflezen 
  • Periodiek systeem op blz. 260

Molecuulmassa berekenen
  • Atoommassa's van alle atomen in 1 molecuul bij elkaar optellen


Slide 8 - Tekstslide

Wat is de atoommassa van zilver?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de molecuulmassa van
KNO3

Slide 10 - Open vraag

Planning
  • PTO bespreken 
  • Huiswerkcontrole
  • Uitleg deel 3
  • Uitleg deel 4 
  • Maken som 7 t/m 11

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de overmaat berekenen.
  2. Je weet wat de atoommassa is.
  3. Je kunt de molecuulmassa berekenen. 

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Voor volgende les: sommen hand-out af
De les daarna: SO! 
Oefenen voor het SO: blz. 111 en 112 som 18 t/m 25

Slide 13 - Tekstslide