Genotmiddelen docent

Gezondheid
Presentaties - Genotmiddelen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gezondheid
Presentaties - Genotmiddelen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

 De docent maakt 6 groepen
Presentaties over: 
Roken   ---   Alcohol   ---   Softdrugs
Genotmiddelen

Slide 2 - Tekstslide

Presentatie over genotmiddelen
PPT
gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Genotmiddel?
Van genotmiddelen kun je genieten, vandaar het woord genotmiddelen. 
Genotmiddelen worden door bijna iedereen gebruikt. 
Bij genotmiddelen kun je denken aan:
thee, koffie, cola, alcohol, tabak, chocolade, drugs enz.
 
Wanneer je een genotmiddel gebruikt, krijg je er een lekker gevoel van.
Voor veel mensen is het gebruik ervan een gewoonte geworden.
Ze gebruiken het zonder erbij na te denken.

Stoppen met iets waaraan je gewend bent, kan heel moeilijk zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Verslaafd: 
Je kunt niet stoppen met een genotmiddel
Lichamelijk verslaafd: 
Als je stopt met een genotmiddel krijg je lichamelijke klachten.
Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 
Geestelijk verslaafd.
Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.

Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Slide 5 - Tekstslide

Drugs
Drugs zijn stoffen die je hersenen beïnvloeden.

Ze kunnen:
- verdoven                               (downers)
- oppeppen                              (uppers)
- je bewustzijn veranderen      (trippers)

Voorbeelden van drugs:
- Tabak en  Alcohol
- Soft- en harddrugs (hasj, wiet, cocaïne)
- Slaap- en kalmeringsmiddelen
- Cafeïne en XTC

Het kan je ontspannen en laat je dingen (een moment) vergeten.

Drugs beïnvloedt je hersenen:
Het denken, voelen en 
wat je om je heen ziet en hoort.

Slide 6 - Tekstslide

Drugs: Downers -  Uppers - Trippers

Drugs kunnen grofweg in drie soorten ingedeeld worden:
 
¥ Downers, ofwel verdovende middelen;
¥ Hieronder kunnen alcohol, slaap- en kalmeringsmiddelen, opium, morfine en heroïne ingedeeld worden.
   Ook hasj wordt meestal gebruikt vanwege de ontspannende werking.
 
¥ Uppers, ofwel stimulerende middelen;
¥ Hieronder vallen cafeïne, nicotine, XTC, cocaïne en speed.
 
¥ Trippers, ofwel waarnemings veranderende middelen: drugs die de zintuiglijke waarneming veranderen;
¥ Voorbeelden hiervan zijn; paddo’s, LSD en bij een sterke of grote hoeveelheid, hasj en wiet
 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Tip: Presenteer niet 'onder invloed' 



Slide 10 - Tekstslide

De opdracht
  1. Leerling als leraar! --> als groepje ga je les geven over je onderwerp
  2. Werk goed verdelen!
  3. presentatie van 10 min
  4. Alle onderdelen komen aan bod
  5. Presentatie eisen worden aan voldaan 
  6.  Groepsleider-tijdbewaker-sfeerbewaker-schrijver



Slide 11 - Tekstslide

Waar moet je om denken? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Inleveren
Inleveren in Magister:
- de presentatie 



Slide 14 - Tekstslide

Opdracht genotmiddel: Roken
- Waarom roken mensen?
- Roken er veel jongeren – ouderen en hoe was dat vroeger en nu? Wat kost een pakje?
- Kies 1 filmpje op internet over roken:  Dit filmpje duurt max. 3 minuten, leg uit waarom je dit filmpje toont
- Tabak: De geschiedenis van tabak
- Is roken verslavend (lichamelijk, geestelijk, sociaal)?
- Wat doet roken met je lichaam?   • Korte termijn   • Lange termijn
- Welke stoffen zitten er in een sigaret en wat doen ze?
- Stoppen met roken, waarom en hoe dan?
- Teksten op sigaretten pakjes, wat beïnvloeden deze?
- Wat zegt de wet over roken?
- Hoe weet je dat iemand een roker is en of deze persoon teveel rookt?
- Discussie in de klas. Bedenk een stelling waarover je wilt praten met de klas (3 minuten)
- Wist je dat ....


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht genotmiddel: Alcohol
- Waarom drinken jongeren?
- Percentage jongeren dat drinkt en hoeveel jongeren drinken. Wat drinken jongeren vooral (meisjes / jongens)?
- Kies 1 filmpje op internet over alcohol: Dit filmpje duurt max. 3 minuten, leg uit waarom je dit filmpje toont
- Alcohol: hoeveel alcohol zit er in welk drankje?
- Is het gebruik van alcohol verslavend (lichamelijk, geestelijk, sociaal)?
- Wat doet alcohol met je lichaam?  * Korte termijn   * Lange termijn
- Fasen van dronkenschap en info over comazuipen
- Alcohol en verkeer
- Wat zegt de wet over alcohol?
- De keet - indrinken - drinken als je uitgaat (Dieka, Witkamp, Boode, Lucky ...)
- Discussie in de klas. Bedenk een stelling waarover je wilt praten met de klas (3 minuten)

- Wist je dat .....

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht genotmiddel: Soft-drugs
- Wat is blowen? 
- Percentage jongeren dat blowt en hoeveel jongeren blowen.
- Hoe ziet wiet of hasj er uit? Wat is het verschil? Wat kost het? Wordt er in Holten geblowd?
- Wat doet blowen met je: * Op korte termijn   • Op lange termijn 
• Kies 1 filmpje op internet over blowen : Dit filmpje duurt max. 3 minuten, leg uit waarom je dit filmpje toont 
- Is blowen verslavend (lichamelijk, geestelijk, sociaal)?
- Welke relatie is er tussen:
• ‘gewoon roken’ en blowen   ---   • blowen en criminaliteit   ---   • blowen en hard-drugs
- Wat zegt de wet over softdrugs?
- Hoe weet je dat iemand softdrugs of teveel daarvan gebruikt?
- Discussie in de klas. Bedenk een stelling waarover je wilt praten met de klas (3 minuten)
- Maak een poster (Piccollage) waarmee je het blowen van jongeren wilt voorkomen
- Wist je dat ..... (wat wordt er door leerlingen van de Waerdenborch mogelijk nog aan andere drugs gebruikt?).....

Slide 17 - Tekstslide

Beoordeling
1. Informatie over het genotmiddel
2. Gekozen afbeeldingen en de vormgeving
3. Gekozen filmpje
4. Gekozen tekst op de dia's en de spelling
5.  Presenteren: 
     Verstaanbaarheid, intonatie, contact met het publiek, deskundigheid, rolverdeling 
7.  De stelling en de manier waarop jullie de discussie leiden (maximaal 3 minuten)

Onv:  <4 - 4 - 4,5  Matig: 5 – 5,5  Vold: 6  Ruim vold: 6,5   Goed: 7 – 7,5  Zeer goed: 8 >8
Op de volgende pagina's vind je de beoordelings-schema's.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide