Voeding en vertering

Voeding en vertering
- Wat weet je nog?
- uitleg basisstof 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voeding en vertering
- Wat weet je nog?
- uitleg basisstof 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een voedingsmiddel?

Slide 2 - Open vraag

Welke voedingsstoffen zijn er?

Slide 3 - Woordweb

Welke 3 organen horen bij het verteringsstelsel
A
Maag, darmen, longen
B
Maag, darmen, bloedvaten
C
Hart, darmen, maag
D
Maag, slokdarm, darmen

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn enzymen en welke werking hebben enzymen bij reacties in het lichaam?
A
Eiwitten die een reactie versnellen
B
Koolhydraten die een reactie versnellen
C
Eiwitten die reacties remmen
D
Koolhydraten die reacties remmen

Slide 5 - Quizvraag

Verzadigd vet, of onverzadigd vet?
Onverzadigd vet
Verzadigd vet

Slide 6 - Sleepvraag

De grondstofwisseling is de hoeveelheid energie welke het lichaam in volledige rust gebruikt.
Wat is waar?
A
In de winter is de grondstofwisseling hoger.
B
In de zomer is de grondstofwisseling hoger.
C
Iemand met veel spiermassa heeft een hogere grondstofwisseling.
D
Iemand met weinig spiermassa heeft een hogere grondstofwisseling.

Slide 7 - Quizvraag

Je wilt weten of ergens zetmeel in zit. Waarmee kun je dat nagaan?
A
Magnesium
B
Rijst
C
Zetmeeloplossing
D
Jodium

Slide 8 - Quizvraag

Welk orgaan zorgt er voor dat de voedingsstoffen in het bloed komen?
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
maag
D
lever

Slide 9 - Quizvraag

Vleeseter
Alleseter
Planteneter

Slide 10 - Sleepvraag

Basisstof 1 Enzymen

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les :

Je kunt de werking van enzymen beschrijven.

Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij voedselbederf.

Je kunt manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd. (SE)

Slide 12 - Tekstslide

Enzymen
Versnellen

Worden niet verbruikt

Specifiek

Slide 13 - Tekstslide

Werking
als een schaar





als lijm


worden NIET zelf verbruikt

Slide 14 - Tekstslide

Enzymactiviteit
De snelheid waarmee de reactie versneld wordt.


2 factoren:
           Temperatuur
            Zuurgraad

Slide 15 - Tekstslide

Optimumkromme
Overzicht van een factor op de enzymactiviteit


Slide 16 - Tekstslide

Dus wat zijn enzymen?

Slide 17 - Woordweb

Voedselbederf
Vaak dode resten zoals groente, fruit of vlees.

afbraak door reducenten.
          liefst vochtig en 10 tot 40 graden


Voedselvergiftiging


Voedselinfectie

Slide 18 - Tekstslide

Conserveren
Wat is het?

6 manieren:
Koel bewaren
Pasteuriseren (tot 72C)
Steriliseren (tussen 130 en 140C)
Drogen
Luchtdicht verpakken
Conserveermiddelen

Slide 19 - Tekstslide

Zijn er vragen

Slide 20 - Tekstslide