Reflecteren

 Reflecteren
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Reflecteren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt in eigen woorden;
  • verschil uitleggen tussen evalueren en reflecteren
  • vertellen over de  verschillende (4) reflectie methoden en hoe deze worden toegepast
  • het verschil uitleggen tussen reflecteren voor een actie, tijdens een actie en reflecteren na een actie

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
  • Wat is reflecteren?
  • Wat is evalueren?
  • Verschillende reflectiemethoden
  • 3 reflectiemomenten

Slide 3 - Tekstslide

Wat is evalueren
volgens jou?

Slide 4 - Woordweb

Wat is reflecteren volgens jou?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Reflectie en evalueren
  • Evalueren = heb ik mijn doel bereikt

  • Reflecteren = op een methodische wijze terugblikken 
  • Reflecteren is leren; leren is een bewustwordingsproces
  • Terugblikken  op een gebeurtenis om daar van te leren (en de zorg te verbeteren)

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht

Zoek zelf op wat er wordt bedoeld met 
  • Reflecteren tijdens een actie ( reflection in action)
  • Reflecteren na een actie ( reflecteren on action)
  • Geef bij elk moment een voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Reflection-in-action (tijdens het handelen reflecteren)
Dit is reflecteren terwijl je bezig bent met de handeling. Je past je aanpak aan op basis van wat er op dat moment gebeurt.

Tijdens het helpen van de cliënt met aankleden, merk je dat hij onrustig wordt en zijn kleding steeds uittrekt.

Reflection-in-action: Mijn aanpak werkt niet, misschien moet ik rustiger praten en hem meer de tijd geven.

Slide 9 - Tekstslide

Reflectie-on-action (achteraf reflecteren)
Dit is terugblikken op een situatie na afloop. Je evalueert wat goed ging en wat je de volgende keer anders zou doen.

Na het aankleden van de cliënt besef je dat hij rustiger werd toen je hem meer tijd gaf en rustig tegen hem sprak.

Reflectie-on-action: De volgende keer neem ik vanaf het begin een kalme en geduldige benadering.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is dit belangrijk?
Beide vormen van reflectie helpen je om beter te worden in je werk. Reflecteren in actie zorgt ervoor dat je flexibel bent en snel kunt reageren op situaties. Reflecteren on action helpt je om van je ervaringen te leren en je vaardigheden voortdurend te verbeteren.

Slide 11 - Tekstslide

Samenvattend
 Reflecteren is: 
  • Terugkijken op je handelen
  • Leren van wat je goed deed en van wat beter kan 
  •  Professionele en persoonlijke ontwikkeling

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Doorlopend proces
Je bent dus nooit klaar met reflecteren! 

Door het nu regelmatig bewust te doen, zul je merken dat het op een gegeven moment vanzelf gaat bij alles wat je doet. 

Een reflectieverslag is een momentopname. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Er zijn verschillende methode om te reflecteren
Zoek op welke methode er zijn om te reflecteren 
Hoe werkt deze reflectiemethode

Slide 18 - Tekstslide

STARR reflectiemethode
Waar staan de letters STARR voor ?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

S: onenigheid met medestudent over volgende stap in project.

T: verslaglegging van wat we moesten gaan doen met het projectgroepje .


A: ik had al op papier gezet wat de volgende stap moest zijn en ik vond dat de volgende stap van mijn medestudent niet goed was.

R: er ontstond ruzie tussen mij en de medestudent. We spraken niet meer met elkaar.

R: van te voren meerdere mogelijke stappen op papier zetten, beter luisteren naar anderen.

T: dat je moet overleggen met anderen zal vaker voorkomen. Ik zal dus open moeten staan voor de meningen van anderen.



Slide 22 - Tekstslide

ABCD-reflectie methode
  • Wat is er gebeurd? Aanleiding
  • Wat was daaraan Belangrijk voor mij?
  • Tot welk voornemen leidt dit? Conclusie?
  • Wat ga je met dit voornemen Doen?

Slide 23 - Tekstslide

5G-model

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Je kan alleen reflecteren op je persoonlijk handelen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen reflecteren en evalueren?
A
Bij evalueren beoordeel je je handelen
B
Bij reflecteren beoordeel je je handelen
C
Bij zelfreflectie zet je jezelf centraal
D
Bij evalueren zet je jezelf centraal

Slide 27 - Quizvraag

Op welke manier reflecteer jij op je eigen handelen?

Slide 28 - Woordweb

welke hulp heb je nodig om te kunnen reflecteren?

Slide 29 - Woordweb

Wat is een valkuil bij het opbouwen van je zelfbeeld?
A
Jezelf goed waarnemen
B
Denken dat de ideale mens bestaat
C
Naar de gehele situatie kijken

Slide 30 - Quizvraag

Je kan best een verantwoordingsverslag maken zonder te reflecteren
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Wat is kwaliteit?

Slide 32 - Woordweb

wat vind je lastig bij reflecteren?

Slide 33 - Woordweb

wat heb je tijdens de opleiding over jezelf geleerd?

Slide 34 - Woordweb

Lesdoelen bereikt?
Je weet wat reflecteren inhoudt 
Je kan een reflectie methode toepassen.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide