In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Deze les.....
Portfolio
Argumenten/ standpunt
Argumentatiestructuren
Argumentatieschema's
Drogredenen
Slide 1 - Tekstslide
We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Portfolio
Hoe lever je je portfolio in?
Wat moet er in je portfolio?
-leesautobiografie
-boekenvlog
-Karel ende Elegast tijdlijn en mindmap
-podcast
-zakelijke e-mail
-reflectie
-leeslijst
Slide 3 - Tekstslide
nos.nl
Slide 4 - Link
Bedenk een standpunt bij deze tekst. Zoek argumenten in deze tekst die horen bij het standpunt dat jij hebt bedacht.
Slide 5 - Open vraag
Stelling:
Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Rotterdam gaan
Waarderend argument
Feitelijk
argument
Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Rotterdam te komen
Dan maken er meer mensen gebruik van het openbaar vervoer
Slide 6 - Sleepvraag
Stelling: Maastricht is een prima stad om een
excursie voor CKV te organiseren.
Waarderend argument
Feitelijk argument
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken
Maastricht heeft een gezellige binnenstad
Slide 7 - Sleepvraag
Argumentatiestructuren
Slide 8 - Tekstslide
Welke 4 argumentatiestructuren zijn er?
Slide 9 - Open vraag
Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Het Vechtdal College is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Slide 11 - Quizvraag
Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Slide 12 - Quizvraag
Ik wil niet voetballen. Buiten regent het en onze douche is kapot.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
De argumentatie kan gebaseerd zijn op:.
oorzaak en gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
vergelijking
autoriteit
Slide 15 - Tekstslide
Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 16 - Quizvraag
Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen; de docenten in het voortgezet onderwijs kregen immers laatst ook niet meer salaris.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 17 - Quizvraag
Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag...
Maken de opdracht drogredenen, stencil uitgedeeld door docent.