§2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging deel 1

Welkom!
Ga op je plek zitten.
Pak je laptop
Log in op lessonup en volg de les.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga op je plek zitten.
Pak je laptop
Log in op lessonup en volg de les.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
 §2.3
De regering 
en de volksvertegen- woordiging deel 1

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning 


Uitleg van §2.3 'De regering en de volksvertegenwoordiging' deel 1

Maak na de uitleg van §2.3 'De regering en de volksvertegenwoordiging' vraag 1 t/m 6




Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  1. Leg uit wat de Eerste en Tweede Kamer is
  2. Vertellen wie er in de regering zitten
  3. Vertel wat regeringspartijen en coalitiepartijen zijn
  4. Wie is de belangrijkste persoon in de regeringspartij?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is politiek?

Slide 5 - Woordweb

Politiek
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.

Besturen van het land, een provincie of een gemeente.

De Nederlandse politiek vindt plaats in Den Haag.

Slide 6 - Tekstslide

Democratie
  • In Nederland kiezen we vertegenwoordigers die deze besluiten nemen.

  • Die vertegenwoordigers vormen samen het parlement (volksvertegenwoordiging).

  • Het parlement bestaat uit de Eerste en de Tweede Kamer.

Slide 7 - Tekstslide

Eerste Kamer

Tweede Kamer

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Regeringspartijen
Winnaar verkiezingen grootste fractie
Deze partij bepaalt wie er in de regering komt
Winnaar werkt samen met andere partijen

Slide 10 - Tekstslide

Regeringspartijen
  • Regeringspartijen zitten in de regering
  • Ministers komen uit de regeringspartijen
  • Oppositiepartijen niet in de regering

Belangrijkste minister         minister-president (premier)
Regeringsleider
Ministers hebben ook onderministers (staatssecretaris)

Slide 11 - Tekstslide

Ministers
Maken wetsvoorstellen, uitvoeren van wetten en bepalen waar geld naartoe gaat. 

Voorbeelden:
  • Minister van Buitenlandse Zaken. 
  • Minister van Defensie. 
  • Minister van Onderwijs.  
  • Minister van Financiën


Slide 12 - Tekstslide

  • 17 partijen 
  • Zit je links of rechts in de tweede kamer, zegt iets over de stroming van de partijen  

Slide 13 - Tekstslide

Wat is politiek?
A
Het handhaven van de orde en veiligheid.
B
Als een land een democratie is.
C
Het maken van keuzes en besluiten
D
Het parlement.

Slide 14 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Athene
D
Het paleis van de koning.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een politieke partij?
A
Een groep mensen met dezelfde standpunten.
B
Een groep mensen die belangrijke beslissingen nemen.
C
Een vereniging van mensen met dezelfde hobby's.
D
Alle leden van de Eerste Kamer.

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel politieke partijen zitten er nu in de Tweede Kamer?
A
5
B
7
C
15
D
17

Slide 17 - Quizvraag

Waaruit bestaat het parlement in Nederland?
A
Eerste Kamer + Tweede Kamer
B
Koning + Koningin
C
Minister-President + Eerste Kamer
D
Tweede + Derde Kamer

Slide 18 - Quizvraag

Lesdoelencheck
  1. Leg uit wat de Eerste en Tweede Kamer is
  2. Vertellen wie er in de regering zitten
  3. Vertel wat regeringspartijen en coalitiepartijen zijn
  4. Wie is de belangrijkste persoon in de regeringspartij?

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk
Wat: lees en maak van §2.3 vraag 1 t/m 6

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Klaar:  Lees alvast de stof voor de volgende les,
             Maak huiswerk voor een ander vak
             Doe in stilte iets voor jezelf (zonder telefoon)




Slide 20 - Tekstslide