H4.1 Hoe produceren we?

Economie

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Nieuw hoofdstuk! 
H4.1 Hoe produceren we?
Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat produceren is en wat productiefasen zijn.
  • Ik kan uitleggen wat een bedrijfskolom is en hoe bedrijven waarde toevoegen.
  • Ik kan uitleggen wat productiefactoren zijn en de drie productiefactoren noemen.
  • Ik kan de kostprijs per product berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

H4 Goed gemaakt?

Slide 4 - Tekstslide

Produceren
Wat is dat?

Slide 5 - Tekstslide

Produceren
Produceren is het maken van goederen en het leveren van diensten.

Slide 6 - Tekstslide

Produceren
De productie van goederen verloopt in stappen: de productiefasen.

Bijvoorbeeld:
grond ploegen-> zaaien->gewassen verzorgen-> graan oogsten-> graan verwerken tot meel-> brood bakken -> brood verkopen.

  • Graan is een grondstof.
  • Brood is een eindproduct.

Slide 7 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Wat is dat?

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Alle bedrijven die meewerken aan een product, vind je terug in de bedrijfskolom.
  • Het eerste bedrijf in de bedrijfskolom haalt grondstoffen uit de natuur.
  • De volgende bedrijven maken daar iets van.
  • Het laatste bedrijf levert het product aan de consument.

Slide 9 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Alle bedrijven die meewerken aan een product, vind je terug in de bedrijfskolom.
  • Het eerste bedrijf in de bedrijfskolom haalt grondstoffen uit de natuur.
  • De volgende bedrijven maken daar iets van.
  • Het laatste bedrijf levert het product aan de consument.



Door het werk van ieder bedrijf wordt het product steeds een beetje meer waard. Dat noem je toegevoegde waarde.

Slide 10 - Tekstslide

Bedrijfskolom en toegevoegde waarde

Slide 11 - Tekstslide

Productiefactoren

Slide 12 - Tekstslide

Productiekosten

Slide 13 - Tekstslide

Kostprijs per product berekenen


Kostprijs per product = alle productiekosten ÷ aantal producten




Slide 14 - Tekstslide

Kostprijs per product berekenen

Kostprijs per product = alle productiekosten ÷ aantal producten

Voorbeeld:
Emre heeft 6 stoelen gemaakt. De productiekosten waren €450,-. De kostprijs per stoel is =
€450 ÷ 6 = € 75

Slide 15 - Tekstslide

Kostprijs per product berekenen

Kostprijs per product = alle productiekosten ÷ aantal producten

Voorbeeld:
Quenron heeft 10 tafels gemaakt. De productiekosten waren € 980.
De kostprijs per tafel is..?

Slide 16 - Tekstslide

Kostprijs per product berekenen

Kostprijs per product = alle productiekosten ÷ aantal producten

Voorbeeld:
Liam heeft 8 paar schoenen gemaakt. De productiekosten waren € 330.
De kostprijs per paar schoenen is..?

Slide 17 - Tekstslide

Kostprijs per product berekenen

Kostprijs per product = alle productiekosten ÷ aantal producten

Voorbeeld:
Gideon heeft 25 paar lampen gemaakt. De productiekosten waren € 800.
De kostprijs per lamp is..?

Slide 18 - Tekstslide

Nu zelf maken!
H4.1
blz  110 t/m 115
opdracht 1 t/m 14

Zelfstandig aan de slag.
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk

H4.1
blz 110 t/m 115
opdracht 1 t/m 14

Slide 20 - Tekstslide