In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
AUTISME
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Wat is autisme
Structuur
Autisme in het kort
Vormen van autisme
Wat is de waarheid bij mensen met autisme
Geef me de 5
Overprikkeling
Slide 2 - Tekstslide
Beschrijf in eigen woorden wat jij denkt dat autisme is en wat dit voor iemand kan beteken in zijn of haar leven
Slide 3 - Open vraag
DSMV
Blijvende tekorten in de sociale communicatie en interactieBeperkte zich herhalende gedragspatronen
zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
over- of onderreageren op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor zintuiglijke aspecten van de omgeving
C. De verschijnselen zijn aanwezig vanaf de vroegste kindertijd (maar worden soms pas later onderkend).
D. De verschijnselen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke levensgebieden.
E. De stoornissen kunnen niet beter verklaard worden door een verstandelijke beperking of globale ontwikkelingsachterstand en de sociale communicatie moet minder zijn dan past bij het cognitieve niveau.
Slide 4 - Tekstslide
Autisme in het kort
Ontwikkelingsstoornis
5 soorten autisme
1 op de 42 jongens
1 op de 189 meisjes
40/60% heeft een verstandelijke beperking
Slide 5 - Tekstslide
Algemene kenmerken
Moeite met het leggen van verbanden
Hang naar rituelen en obsessies
Gebrek aan verbeeldend vermogen
Moeite met sociaal gedrag
Gebrekkige executieve functies
Slide 6 - Tekstslide
Algemene kenmerken
Moeite met beurtverdeling
moeite met gezichtsuitdrukkingen
mimiek is "vlak"
moeite met aandacht verdelen
vaak eenzijdige interesses
oog voor detail
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
En ook....
Weerstand tegen verandering
Taal is vaak abstract voor hen
Fixatie of gehechtheid aan voorwerpen
houterige en/ of eenzijdige motoriek
Tics
Snel afgeleid
Verwerking verloopt trager
moeite met reflecteren
voorkeur voor veel herhaling
rigide taakaanpak
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat heb je net gezien?
Slide 13 - Woordweb
Slide 14 - Tekstslide
Wat is volgens jou structuur bieden.
Slide 15 - Open vraag
Structuur bieden en communiceren
Slide 16 - Tekstslide
Vormen van autisme
PDD NOS
Asperger
Autistische stoornis
Syndroom van Rett
Desintegratieve stoornis
Slide 17 - Tekstslide
Waarheid
Een ieder heeft zijn eigen waarheid, soms is die waarheid gebaseerd op andere inzichten en belevingen.
Bij autisme kom je dit vaak tegen.
Slide 18 - Tekstslide
Een methodiek
"Geef me de vijf" (Colette de Bruin) is een methodiek die je kan ondersteunen in het omgaan met mensen met autisme.
Slide 19 - Tekstslide
Welke vijf
Wat gaat er gebeuren
Waar gaat het gebeuren
Wanneer gaat het gebeuren
Wie doen er mee
Hoe gaan we het doen
Slide 20 - Tekstslide
Waar kan iemand met ASS allemaal door overprikkeld raken?
Slide 21 - Open vraag
De sensorische hel
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Boosheid bij ASS
Informatie komt, sterk of zwak, binnen via de zintuigen.
Er worden lijntjes gemaakt in de hersenen, deze komen bij mensen met ASS vaak in de knoop = puzzeltijd
De lijntjes komen uiteindelijk in een ''cirkel'' als dit goed gaat werken de hersenen op de juiste manier samen. Informatie wordt dan gezien in de context van de situatie, daarna wordt interpretatie aan gegeven en vervolgt er een passende reactie = dit gaat vaak mis
Als de cirkel half of foutief wordt gevormd, volgen er ongepaste of onduidelijke gedragingen en reactie
Hier is begeleiding bij nodig, daarom is het zo belangrijk dat je weet wat autisme is en hoe je er mee om moet gaan.
Slide 24 - Tekstslide
Oorzaken
Onbekend
Functiestoornis van de hersenen
Erfelijk? Kan
Psychologische en sociale factoren kunnen bijdragen aan de ernst van de aandoening
Niets te maken met de opvoeding - geen schuld ouders
Slide 25 - Tekstslide
Diagnose
Symptomen zijn al in eerste jaar te zien
Diagnose kan vanaf 24 maanden door psychiater gesteld worden op basis van gedragsobservatie.
Consultatiebureau/Huisarts
Jeugdpsychiater
Slide 26 - Tekstslide
Boosheid begint meestal met overprikkeling en gaat snel over in boosheid of agressie als er nog meer prikkels binnenkomen waar geen plaats meer voor is.
Slide 27 - Tekstslide
Wat doe je als je merkt dat iemand overprikkelt is? Wat vooral niet?
Slide 28 - Open vraag
Wat kan jij doen bij overprikkeling
Geef iemand met autisme zo min mogelijk prikkels.
Praat in korte duidelijke zinnen.
Rustige houding
Bied veiligheid
Trigger wegnemen
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Meer info
Wil je meer uitleg over hoe autisme werkt en hoe je er mee om kunt gaan: