Thema 3: Ordening BS 5+6

Welke celkenmerken bezitten schimmels?
A
Wel een celwand, wel een celkern, geen bladgroenkorrels
B
Wel een celwand, geen celkern, geen bladgroenkorrels
C
Geen celwand, wel een celkern, geen bladgroenkorrels
D
Wel een celwand, wel een celkern, wel bladgroenkorrels
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welke celkenmerken bezitten schimmels?
A
Wel een celwand, wel een celkern, geen bladgroenkorrels
B
Wel een celwand, geen celkern, geen bladgroenkorrels
C
Geen celwand, wel een celkern, geen bladgroenkorrels
D
Wel een celwand, wel een celkern, wel bladgroenkorrels

Slide 1 - Quizvraag

Hoe noemen we eencellige schimmels?

Slide 2 - Woordweb

Op welke manier planten eencellige schimmels zich voort?
A
Sporen
B
Schimmeldraden
C
Deling

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Noem een reden waarom schimmels nuttig zijn voor andere organismen:

Slide 5 - Woordweb

Noem een voorbeeld waarom schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen:

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Een cel van een bacterie herken ik door de microscoop aan:
A
Wel een celwand, wel een celkern, geen bladgroenkorrels
B
Geen celwand, wel een celkern, geen bladgroenkorrels
C
Wel een celwand, geen celkern, geen bladgroenkorrels
D
Wel een celwand, wel een celkern, wel bladgroenkorrels

Slide 8 - Quizvraag

Bacteriën zijn:
A
Altijd schadelijk
B
Altijd nuttig
C
Kunnen schadelijk of nuttig zijn

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Hoe noemen we het medicijn tegen bacteriële infecties?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide