2.2 Stromingen in de samenleving les 1

Lesdoelen
  • Je weet wat Nederland een democratie maakt
  •  Je kent verschillende stromingen in de politiek
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  • Je weet wat Nederland een democratie maakt
  •  Je kent verschillende stromingen in de politiek

Slide 1 - Tekstslide

2.2 Stromingen in de samenleving

Slide 2 - Tekstslide

Stromingen in de samenleving
Vandaag de dag is Nederland een democratie. Dat betekent dat de hele bevolking meebeslist over het land.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Stemhokjes

Slide 5 - Tekstslide

Stromingen in de samenleving
1815 - kiesrecht voor rijke mannen
1917 - kiesrecht voor alle mannen
1919 - kiesrecht voor vrouwen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voor 1815 was er alleen kiesrecht voor:
A
Mannen
B
Vrouwen met een hoog inkomen
C
Mannen met een hoog inkomen
D
Vrouwen

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar?
"In een democratie beslist de meerderheid"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Waar of niet waar?
"In een land met een parlement heeft één persoon alle macht"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Waar of niet waar?
"Toen alle burgers kiesrecht kregen, werd Nederland een parlementaire democratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Heel Nederland kan je opdelen in twee soorten scholen:
A
Kleuterscholen en Universiteiten
B
VMBO en MBO scholen
C
Christelijke en Islamitische scholen
D
Openbare en bijzondere scholen

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de 4 is GEEN bijzondere school?
A
Christelijke school
B
Openbare school
C
Islamitische school
D
Vrije school

Slide 16 - Quizvraag

Aan het werk
  • Ga naar 2.2 'Stromingen in de samenleving'
  • Maak opdracht 1 t/m 4. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Openbaar onderwijs
Tot de 19e eeuw gingen weinig mensen naar school. Het kostte veel geld.
De overheid besloot om openbare scholen op te richten. Deze scholen waren gratis. Dit was goed nieuws voor arme mensen!

Slide 19 - Tekstslide

Bijzonder onderwijs
Een aantal mensen wilden graag scholen die vanuit het geloof (Christendom) lesgaf. zij richtte bijzondere scholen op.
-> ze kregen geen geld van de overheid...

Slide 20 - Tekstslide

Openbaar onderwijs
Bijzonder onderwijs

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Korte samenvatting
  • Nederland is een democratie (het volk mag stemmen)
  •  In 1919 kreeg iedereen kiesrecht
  • Er ontstonden openbare scholen
  • Er ontstonden bijzondere scholen

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Richt samen een politieke partij op:
1. Wat zijn jullie 5 standpunten?
2. Wie gaat de debatten voeren?
3. Welke naam krijgt de partij?
4. Maak een verkiezingsposter! 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide