Quiz Nederlandse Opstand
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke uitspraak klopt niet?
A
Protestanten zijn christenen
B
Rooms-katholieken zijn christenen
C
Protestanten zijn geen christenen
D
De paus is de leider van de Rooms-katholieke kerk
Slide 2 - Quizvraag
Welke hertog kreeg de Nederlandse gewesten in de loop van de 14e en 15e eeuw in zijn handen?
A
De hertog van Alva
B
De hertog van Bourgondië
C
De hertog van Den Bosch
D
Filips II
Slide 3 - Quizvraag
Wat was géén manier waarop de Bourgondische hertogen hun grondgebied uitbreidden?
A
huwelijkspolitiek
B
aankoop van grondgebied
C
weddenschappen afsluiten met andere vorsten
D
verovering van grondgebied
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heet de vergadering van het bestuur van een gewest?
A
statenvergadering
B
stadhoudersvergadering
C
Staten-Generaal
D
gewestenvergadering
Slide 5 - Quizvraag
Wie wilde wat?
A
Landheer wilde centralisatie, gewesten wilden particularisme
B
Landheer wilde particularisme, gewesten centralisatie
C
Landheer en gewesten wilden centralisatie
D
Landheer en gewesten wilden particularisme
Slide 6 - Quizvraag
Wie was nooit landheer van de Nederlanden?
A
Fiilips de Goede
B
Karel V
C
Filips II
D
De hertog van Alva
Slide 7 - Quizvraag
Welke gebeurtenis vond niet plaats in 1566?
A
Nederlandse edelen dienen een Smeekschrift in
B
De Beeldenstorm
C
De hertog van Alva wordt landvoogd
Slide 8 - Quizvraag
De komst van de hertog van Alva is een .... van de Beeldenstorm. (Vul in wat op de puntjes past)
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak
C
direct gevolg
Slide 9 - Quizvraag
Wie was fel tegen de reformatie?
A
Maarten Luther
B
Johannes Calvijn
C
Filips II
D
Willem van Oranje
Slide 10 - Quizvraag
Welke maatregel nam Karel V om het protestantisme tegen te gaan?
A
Hij zond de hertog van ALva naar de Nederlanden
B
Hij stelde het bloedplakkaat in
C
Hij liet de daders van de beeldenstorm straffen
D
Hij organiseerde hagenpreken
Slide 11 - Quizvraag
Wat werd er in de Vrede van Augsburg bepaald?
A
Spanje erkende de Republiek definitief als land
B
Elk staatshoofd mag de religie in zijn land bepalen
C
Het Twaalfjarige Bestand begon
D
De zuidelijke gewesten sluiten vrede met Filips II
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet de eerste veldslag die de Nederlandse gewesten tegen de Spanjaarden voerden?
A
De slag bij Heiligerlee
B
De slag bij Maastricht
C
De slag bij Arnhem
D
De slag bij Leiden
Slide 13 - Quizvraag
Wat stond er in het Plakkaat van Verlatinghe?
A
Niets: Het was een blanco papier om Alva te misleiden
B
De weg naar de nooduitgang in het huis van Willem van Oranje
C
De zuidelijke gewesten blijven de Spaanse koning trouw
D
De Staten-Generaal erkent Filips II niet meer als vorst
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet de zoon van Willem van Oranje, die na hem stadhouder van Holland werd?
A
Maurits
B
Johan
C
Willem
D
Filips
Slide 15 - Quizvraag
Wie regelde het Twaalfjarig Bestand, de wapenstilstand tussen de Republiek en Spanje?
A
Maurits van Oranje
B
Johan van Oldenbarnevelt
C
Willem Frederik Hermans
D
Stadhouder Willem III
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de Raad van Beroerten?
A
Een door Alva opgerichte rechtbank die ketters vervolgde
B
Een door Filips II opgerichte raad over gezondheidszorg
C
Één van de Collaterale Raden die door Karel V zijn opgericht
D
Een andere naam voor de Staten-Generaal
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de Tiende Penning?
A
Het salaris van een lid van de Staten-Generaal
B
Een door Alva ingevoerde belasting van 10 procent over alle verkochte goederen
C
De beloning die was beloofd aan de moordenaar van Willem van Oranje
D
Een kerkdienst van protestanten, gehouden in de openlucht
Slide 18 - Quizvraag
Waaraan kwam door de Vrede van Münster een eind?
A
Het bewind van Filips II
B
De godsdienstvrede van Augsburg
C
De Nederlandse Opstand
D
Het bloedplakkaat
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen de Nederlandse Opstand (NO) en de Tachtigjarige Oorlog (TO)?
A
De NO duurde tot 1562
De TO duurde tot 1648
B
In de NO speelde Willem van Oranje geen rol, in de TO wel
C
De NO was een strijd tegen de Spanjaarden, de TO tegen de Fransen
D
Er is geen verschil
