Kapitel 3 Schule

Kapitel 3 Schule
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 3 Schule

Slide 1 - Tekstslide

DE LERAAR

Slide 2 - Open vraag

DE KLAS
A
Das Klasse
B
Der Klasse
C
Die Klassen
D
Die Klasse

Slide 3 - Quizvraag

VMBO-T/HAVO
A
die Realschule
B
die Reelschule
C
das Gymnasium
D
das Havo

Slide 4 - Quizvraag

HET HUISWERK

Slide 5 - Open vraag

MAKEN

Slide 6 - Open vraag

LEUK

Slide 7 - Open vraag

SAAI

Slide 8 - Open vraag

Duits

Slide 9 - Open vraag

NATUURKUNDE

Slide 10 - Open vraag

OP WOENSDAG
A
am mittwoch
B
am Mittwoch
C
am Mittwochenende
D
am Mittwoche

Slide 11 - Quizvraag

OP DINSDAG

Slide 12 - Open vraag

VANDAAG

Slide 13 - Open vraag

TWEEDE

Slide 14 - Open vraag

HOE

Slide 15 - Open vraag

WAAR

Slide 16 - Open vraag

WAARVANDAAN

Slide 17 - Open vraag

WAT

Slide 18 - Open vraag

Zoek de juiste vertalingen bij elkaar
heute
die Hauptschule
die Lehrerin
Geschichte
der Stundenplan
zweite
die Hausaufgaben
halb zwei
das Heft
vandaag
het lesrooster
het vmbo
de lerares
geschiedenis
het huiswerk
tweede
het schrift
half twee

Slide 19 - Sleepvraag

kwart over een

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

In het Duits...
schrijf je zelfstandig naamwoorden altijd met een hoofdletter

Slide 22 - Tekstslide

wat is goed
A
Das Kind
B
das kind
C
das Kind
D
Das kind

Slide 23 - Quizvraag

das Kind
het lidwoord (der, die, das) schrijf je niet met een hoofdletter
het zelfstandig naamwoord wel! 

Slide 24 - Tekstslide

wat is goed?
A
der Mann
B
der mann
C
Der Mann
D
Der mann

Slide 25 - Quizvraag

der, die, das?
de of het?

Slide 26 - Tekstslide

der
mannelijke dieren/mensen
windrichtingen
dagen, maanden
jaargetijden

Slide 27 - Tekstslide

die
vrouwelijke dieren/mensen
woorden die eindigen op -ung -heit -keit, -tät, -schaft
de meeste woorden die eindigen op -e

Slide 28 - Tekstslide

das
verkleinwoorden -chen -lein
de meeste woorden die in het Nederlands een het-woord zijn

Slide 29 - Tekstslide

die
bij meervouden
Frauen
Bälle
Kinder

Slide 30 - Tekstslide

... Mann
A
der
B
die
C
das

Slide 31 - Quizvraag

... Frau
A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quizvraag

... Februar
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quizvraag

...Mittwoch
A
der
B
die
C
das

Slide 34 - Quizvraag

... Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 35 - Quizvraag

... Zeitung
A
der
B
die
C
das

Slide 36 - Quizvraag

Bücher
A
der
B
die
C
das

Slide 37 - Quizvraag

...Lehrerin
A
der
B
die
C
das

Slide 38 - Quizvraag

Sohn
A
der
B
die
C
das

Slide 39 - Quizvraag

...Ei
A
der
B
die
C
das

Slide 40 - Quizvraag

Hoe vond je de kennistest van Kapitel 3 gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll