Demonstrative pronouns

Demonstrative pronouns
At the end of the lesson you recognize demonstrative pronouns and know how to use them. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Demonstrative pronouns
At the end of the lesson you recognize demonstrative pronouns and know how to use them. 

Slide 1 - Tekstslide

Today
  • Dilemma

  • Demonstrative pronouns

  • Exercises 

  • Homework

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Introduction
Wijs 2 dingen aan in de klas en vraag of het van je klasgenoot is. 

Example: 
1: Is that your bag? 2: Yes, this is my bag. 
1: Are those your snacks? 2: Yes, these are my snacks. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een demonstrative pronoun? (Aanwijzend voornaamwoord)
A
These
B
Your
C
They
D
Their

Slide 5 - Quizvraag

Demonstrative pronouns
Aanwijzende voornaam woorden staan op borden en waarschuwingen. 

  1. No trespassing beyond this point. 
  2. It is prohibited to cross that fence over there.
  3. Do not feed these animals.
  4. Do not forget to check those fire alarms

Slide 6 - Tekstslide

Exercises 
Your choice! 
  1. Crossword puzzle
  2. Video with questions: https://en.islcollective.com/video-lessons/demonstrative-pronouns  
  3. Nu Engels exercises chapter 1.1. 

Slide 7 - Tekstslide


Which option do you choose?
A
Crossword puzzle
B
Video with questions
C
Nu Engels

Slide 8 - Quizvraag

Hoe ging het zelfstandig werken vandaag?
A
B
C

Slide 9 - Quizvraag

Homework
    • Finish the exercises of 1.1 from Nu Engels

    • Learn the vocabulary.

    • Wie wil zijn of haar toets in zien? 

    Slide 10 - Tekstslide