26 nov. : Start Grammatica 5.4 aanwijzend en vragend vnw

26 nov. - start grammatica WS 5.4 aanwijzend en vragend vnw
Havo 2 periode 2 
week 13 1e les (26 november)

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

26 nov. - start grammatica WS 5.4 aanwijzend en vragend vnw
Havo 2 periode 2 
week 13 1e les (26 november)

Slide 1 - Tekstslide

Welkom H2a
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Welkom H2b 
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Lezen  
Startopdracht: nakijken huiswerk
Instructie Grammatica 5.4 
~pauze~
Inoefenen en zelfstandig oefenen 5.4
Afsluiting

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht
Bespreken opdracht 5 blz. 20 
Nog vragen over tekstverbanden en signaalwoorden? 
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk check✓
26 nov.: opdracht 5 blz. 20

Slide 6 - Tekstslide

Doel 5.4 aanwijzend en vragend voornaamwoord



Slide 7 - Tekstslide

5.4 aanwijzend  voornaamwoord



9. Aanwijzend voornaamwoord (avw): wijst een mens, dier of ding aan
deze, die*, dat*, dit, zulk(e), zo'n, dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde
 > staan vaak vóór een zelfstandig naamwoord: die schoenen. 
> soms kun je het zelfstandig naamwoord erachter denken: Ik kreeg een horloge voor mijn verjaardag en ik vond dat een mooi cadeau. 
> kan ook terugwijzen naar een hele zin. Hij praat door mij heen. Ik vind dat erg storend. 
* die en dat zijn alleen avw als ze vervangen kunnen worden door deze en dit
! daar, daarheen, daarover, daarlangs zijn géén avw! (geven plaats/richting aan)

Slide 8 - Tekstslide

5.4 Vragend voornaamwoord (vvw): 



10. Vragend voornaamwoord (vvw): wie? wat? Welk(e)? Wat voor (één)? 
> staat altijd aan het begin van een vraag óf aan het begin van een zin die gemaakt is van een vraag: 
 
Wie gaat er met jou mee ? - Ik vraag aan jou wie er met je meegaat. 

Welke sport beoefen jij? -  Ik informeer naar welke sport je beoefent. 

Slide 9 - Tekstslide

Inoefenen
We pakken het boek erbij op blz. 212. 
We maken samen opdracht 1: noteer in je schrift! 
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk
Maak zelfstandig opdracht 3 en 4 van bladzijde 213 in je schrift. 
Klaar? Ga verder met
Cursus 5 Grammatica
§ 2 WS Herhaling leerjaar 1 hv
en maak § 4 avn en vvn
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
Ga verder met
Cursus 5 Grammatica
§ 2 WS Herhaling leerjaar 1 hv

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 

  1. Je weet wat aanwijzend en vragend voornaamwoorden zijn en kan ze herkennen en benoemen.  


timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les 27/28 nov : 
repetitie Lezen 1.2 en 1.3 

Huiswerk:  27 / 28 nov.:
Leer de theorie 1.2 en 1.3 en je aantekeningen over tekstverbanden en de signaalwoorden.  

Maak voor 3 december opdracht 3 en 4 van bladzijde 213 in je schrift. 


Slide 15 - Tekstslide

Spel
Kom naar voren als je 
aan de beurt bent. 
Geef de 5 omschrijvingen
binnen 30 sec. 
De klas moet het raden. 
timer
0:30

Slide 16 - Tekstslide