HC Britse Rijk 1.3 Het Britse rijk als economische wereldmacht

deel III
HC Het Britse Rijk
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

deel III
HC Het Britse Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Deelcontext III: 
Het Britse Rijk als economische wereldmacht
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
  •   Discussies over de 'sociale kwestie'
  •   De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
  •   Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
  •   De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme;
Hoofdvraag: ‘Welke rol speelden de koloniën in sociaal-economische ontwikkelingen in 
Groot- Brittannië (1750-1900)?’

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Relatie koloniën en Industriële revolutie
3 Oorzaken in verband met de koloniën:

  1. De Britse koloniën leverden veel grondstoffen en plantageproducten.
  2. De Britse koloniën waren een afzetmarkt
  3. De koloniale handel was enorm winstgevend. De winst werd geïnvesteerd in de eigen industrie en/of in de eigen infrastructuur.
  4. > gevolg technologisch een nog grote voorsprong op de rest van de wereld.

Slide 5 - Tekstslide





  1. Uitvindingen in de textielsector
  2. Bevolkingsgroei
  3. Transportrevolutie
Oorzaken 
van de industriële revolutie

Slide 6 - Tekstslide

Huisnijverheid
(ca. 1700)
Industrie
(ca. 1800)
1. De Industriële revolutie begint in de textielnijverheid

Slide 7 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in de stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide


Schietspoel
1733



  • Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
  • Met de schietspoel kun je sneller weven.
  • De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.



Slide 10 - Tekstslide

Het spinnenwiel wordt vervangen door de
  Spinning Jenny (1764)

  • Met de spinning Jenny konden i.p.v. 1 draad, wel 16 draden tegelijk gesponnen worden.
  • Deze machine werd nog wel aangedreven door mensen.
  • Het werk ging nu veel sneller en er kon ook langer door gewerkt worden.

Slide 11 - Tekstslide

De Spinning Jenny wordt gekoppeld aan een waterrad: de Waterframe
Door de introductie van de waterframe ontstaan ook de eerste fabrieken.

Slide 12 - Tekstslide

Stoommachine van Thomas Newcomen.
Stoommachine van James Watt.

Slide 13 - Tekstslide

Spinning Jenny 
 versnelling/verbetering van het productieproces binnen de textielindustrie.
Stoommachine
versnelling/verbetering van het productieproces binnen alle sectoren.

Slide 14 - Tekstslide

Stoommachine 
Stoommachine van James Watt
Begin van de industriële revolutie

Slide 15 - Tekstslide

Stoomkracht!
1733: Schietspoel
1764: Spinning Jenny
1769: Waterframe
1784: Stoommachine (James Watt)

In de 19e eeuw werd stoom de  belangrijkste energiebron.
Er werd steeds meer steenkool gehaald uit de mijnen. 

Slide 16 - Tekstslide

2. Bevolkingsgroei

Slide 17 - Tekstslide

De natuurlijke bevolkingsgroei van Engeland
De Engelse bevolkingsgroei in 
absolute aantallen
41

Slide 18 - Tekstslide

Er komen meer mensen bij
er gaan minder mensen dood =
+
Groei van de bevolking
Medische revolutie
Agrarische revolutie

Slide 19 - Tekstslide

3. Transportrevolutie

Vanaf 17560 werden overal in Groot-Brittannië kanalen gegraven en vanaf 1825 werden spoorwegen gebouwd, waardoor fabrikanten beter grondstoffen en steenkool konden aanvoeren en producten konden afvoeren.  

Slide 20 - Tekstslide





  1. Uitvindingen in de textielsector
  2. Bevolkingsgroei
  3. Transportrevolutie




  1. Er ontstaat een industriële samenleving
  2. Het handelskapitalisme verandert in het industrieel kapitalisme
  3. Er ontstaat een klassensamenleving

Oorzaken 
van de industriële revolutie
Gevolgen 
van de industriële revolutie

Slide 21 - Tekstslide



  • De huisnijverheid verdwijnt binnen GB en de koloniën.
  • Steeds meer mensen trokken van het platteland naar de stad  (Verstedelijking/ Urbanisatie)
  • Meer dan de helft van de bevolking woont in steden én is werkzaam in de industrie- en dienstensector
1.     Van een landbouw-stedelijke samenleving naar een industriële samenleving.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Handelskapitalisme 
17e en 18e eeuw


Industrieel kapitalisme
19e eeuw 

 
Economisch systeem waarbij handel (en bijbehorende bedrijfstakken als de scheepvaart) centraal staat.
Economisch systeem waarbij de industrie centraal staat. Vrijhandel is van groot belang, de fabrikanten willen een liberale markteconomie (nauwelijks overheidsbemoeienis).
2. Van handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme

Slide 25 - Tekstslide

3.  Er ontstaat een Klassen
samenleving
  • Voor de Franse Revolutie: Standenmaatschappij (positie wordt bepaald door afkomst, vrijwel geen mobiliteit mogelijk)
  • Dankzij het verdwijnen van standen en de industrialisatiegolf: Klassensamenleving (hiërarchie wordt bepaald door economische maatstaven)

Slide 26 - Tekstslide

Standensamenleving
Klassensamenleving

Slide 27 - Tekstslide

De klassensamenleving 

Slide 28 - Tekstslide

handelskapitalisme
Industrieel kapitalisme
handelsbarrières
investeren in scheepsbouw
liberalisme
industriëlen
vrijhandel
kooplieden

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Video

De ondernemers
  • Fabrieksdirecteuren (de nieuwe rijken)
  • Streven naar een liberale markteconomie met vrijhandel 
  •  Streven naar een kleine rol van de overheid (ook binnen het Britse Rijk)
  • Streven naar meer politieke invloed

Slide 31 - Tekstslide

Reform Bill 
(1832)

  • Hervorming van het Engelse kiesstelsel
  • Nieuwe indeling van de kiesdistricten
  • Uitbreiding van het kiesrecht (ongeveer 1/5 deel van de mannelijke bevolking mocht nu stemmen)
  • De rijke ondernemers en fabrikanten kregen nu meer politieke invloed


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Verwerking theorie
Hoe? In tweetallen of alleen
Wat? Het belang van de Wereldtentoonstelling aangeven
Uitkomsten: Bespreken klassikaal
timer
1:00

Slide 38 - Tekstslide

Niet alleen in Groot-Brittannië, maar ook in Azië en Afrika legden de Britten spoorwegen aan. Het kostte Groot-Brittannië veel geld om deze spoorwegen aan te leggen. Leg uit waarom ze dit toch deden.

Slide 39 - Open vraag

 
De Sociale Kwestie: 

de discussie over de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders


Slide 40 - Tekstslide

Factory Acts
  • Vakbonden en socialisten  pleitten voor betere omstandigheden
  • Dit leidde in 1833 tot de                       Factory Acts
Factory Acts:
  • Fabriekseigenaren moesten voor alle kinderen in hun fabriek een leeftijdscertificaat hebben.
  • Kinderen van 13 -18 jaar mochten voortaan niet meer dan twaalf uur per dag werken.
  • Kinderen van 9-13 jaar mochten niet meer dan negen uur per dag werken, met een maximum van 48 uur per week.
  • Er kwam een verbod op nachtelijke werktijden voor kinderen.
  • Ieder kind diende minimaal twee uur per dag onderwijs te krijgen.
  • Kinderen die werkten hadden recht op minimaal anderhalf uur eettijd per werkdag

Slide 41 - Tekstslide

Beantwoord de onderstaande vragen: 
  1. Wie gaf het bewijs aan de fabrieksinspecteur?
  2. Bereken hoeveel uur (zonder pauzes) de jongens zouden hebben gewerkt zonder te stoppen
  3. Welke onderdelen van de nieuwe Fabriekswet zijn overtreden?
  4. Wat zegt de toon van de brief over wat de fabrieksinspecteurs van de firma Taylor, Ibbotson & Co vonden?
  5. Zou je, na bestudering van deze bron, terecht kunnen concluderen dat de Fabriekswet van 1833 niets deed om de problemen van kinderarbeiders op te lossen? Leg je antwoord uit
Uittreksel uit een rapport van de fabrieksinspecteurs - British Parliamentary Papers (1836) No 353

Edelachtbare, in het geval van Taylor, Ibbotson & Co. heb ik het bewijs uit de mond van de jongens zelf gehaald. Ze vertelden me dat ze vrijdagochtend 27 mei jl. om zes uur 's ochtends begonnen te werken en dat ze, met uitzondering van de maaltijduren en een uur om middernacht extra, niet stopten met werken tot vier uur op zaterdag avond, twee dagen en een nacht aldus bezig geweest. Ik geloofde dat het nauwelijks mogelijk was, stelde ik elke jongen dezelfde vragen en kreeg van elk dezelfde antwoorden. Ik ging toen het huis binnen om in het tijdboek te kijken, en in aanwezigheid van een van de meesters, verwees ik naar de wreedheid van de zaak en zei dat ik het zeker moest straffen met alle strengheid die in mijn macht lag. De heer Rayner, de certificerende chirurg van Bastile, was op dat moment bij mij.

Slide 42 - Tekstslide

Beantwoord de onderstaande vragen: 
  1. Wat is de meest voorkomende overtreding?
  2. Bereken hoeveel er wordt beboet voor de verschillende overtredingen
  3. Welke overtreding wordt, als we kijken naar de boetes, als het zwaarst beschouwd?
  4. Hoe effectief was de Fabriekswet van 1833? Leg je antwoord uit. (Hint: is het aantal veroordelingen een goed of slecht teken?)

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Robert Owen
1771-1858

  • Robert Owen kocht een textielfabriek, waar hij goed voor zijn arbeiders zorgde. 
  • Hij bouwde een eigen arbeiderswijk met goede huizen en onderwijs voor de arbeiderskinderen! New Lanark
  • Als socialist steunde hij de vorming van vakbonden
  • Owen pleit voor de invoering van een 8-urige werkdag.


Slide 45 - Tekstslide

  • Ondernemers investeerden in winstgevende projecten in de koloniën en in Groot-Brittannië


  • Londen werd het financiële hart van de wereld

Slide 46 - Tekstslide

  • Vanaf 1860/1870 steeds meer concurentie van andere landen.

  • De VS bijvoorbeeld werd na de burgeroorlog een sterke economische concurrent.

  • Ook het Duitse Keizerrijk begon sterk te groeien op industrieel gebied. 

  • Tussen Europese landen ontstond een race om de koloniën (modern imperialisme). 

  • Maar Groot-Brittannië wilde de machtigste blijven en vergrootte haar rijk door meer gebied toe te voegen in Afrika, Azië en het Midden-Oosten.


Concurrentie uit Amerika en Duitsland

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide