9.3 Ruggenmerg
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke letter geeft de plaats aan waar het RUGGENMERG zit?
A
P
B
Q
C
R
Slide 4 - Quizvraag
Welke nummer geeft de rugzijde aan?
A
1
B
2
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Cellichamen bewegingszenuwcellen
Cellichamen gevoelszenuwcellen
Cellichamen Schakelcellen
Uitlopers Schakelcellen
Uitlopers Gevoelszenuwcellen
Uitlopers Bewegingszenuwcellen
Geheel in grijze stof
Geheel buiten ruggenmerg
Geen van beide
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Waar in het ruggenmerg komen impulsen van zintuigen aan?
A
Buikzijde
B
Rugzijde
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Waar liggen de cellichamen van GEVOELSzenuwcellen?
A
in de grijze stof van het ruggenmerg
B
in de witte stof van het ruggenmerg
C
in zenuwknopen in het ruggenmerg
D
in zenuwknopen vlak bij het ruggenmerg
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Waar verlaten impulsen het ruggenmerg?
A
Buikzijde
B
Rugzijde
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Bewegingszenuwcel
Schakelcel
Ruggenmerg
Gevoelszenuwcel
Zenuwknoop
Slide 18 - Sleepvraag
Buikzijde
Rugzijde
Rechterkant lichaam
Linkerkant lichaam
