7.4 Infrarood en ultraviolet

7.4 - Infrarood en ultraviolet
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.4 - Infrarood en ultraviolet

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 7.4
  • Je kunt benoemen waar infrarode en ultraviolette straling zich in het spectrum bevinden. 

  • Je kunt toepassingen van infrarode en ultraviolette straling geven. 
  • Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van ultraviolette straling 
  • Je kunt enkele toepassingen geven van uv-lampen

Slide 2 - Tekstslide

Infrarood (IR) en ultraviolet (UV)

Slide 3 - Tekstslide

Infrarode straling
Infrarood straling is overal om je heen. Alle voorwerpen om je heen zenden deze vorm van straling uit. 

Hoe hoger de temperatuur van het voorwerp, des te meer straling het uitzendt.

Zet je hand eens tegen de radiator aan. 

Slide 4 - Tekstslide

Warmtelampen
Warmte lampen zenden roodlicht uit, maar vooral Infraroodstraling
Wordt gebruikt voor:
  • Warmhouden van dieren. 
Pasgeboren kuikens onder de warmtelamp.

Slide 5 - Tekstslide

Infrarood en het kleuren spectrum
Infraroodstraling valt net naast de kleur rood. 

Infraroodstraling kun je niet zien! Maar je kan wel de warmte voelen. 

Infrarood betekent letterlijk vóór het Rood!


In het spectrum vind je het infrarood vóór het rood.

Slide 6 - Tekstslide

Toepassingen van infrarode straling
  • In de afstandsbediening van de TV.
  • Infraroodsensor -->  Deze sensor is gevoelig voor warmte. Als er bijvoorbeeld een lamp hangt met infraroodsensor kan het lampje aan gaan, zodra een mens of dier langs loopt.
  • Alarmsystemen 
  • Automatische winkeldeuren (Zoals bij veel supermarkten) 

Slide 7 - Tekstslide

Ultraviolette straling
De zon straalt behalve licht ook ultraviolette straling (uv-straling) uit.  

Door de UV straling kleurt je huid, maar blijf niet te lang in de zon. 

Slide 8 - Tekstslide

Teveel straling is slecht voor je huid! 

UV vergroot de kans op kanker.

Te lang in de zon kan zorgen voor zonnebrand. 
De huid van kleine kinderen is extra gevoelig voor uv-straling.

Slide 9 - Tekstslide

De ozonlaag
De ozonlaag  houdt UV-straling deels tegen.

De ozon bestaat uit een soort gas. 

Er zijn gaten ontstaan door luchtvervuiling --> Meer UV straling  --> Gevaarlijker voor mens en dier.

Slide 10 - Tekstslide

Uv-lampen
Er zijn lampen die vooral ultraviolette straling uitzenden. 
  • Zonnebanken (Erg slecht voor je Huid)
  • Discotheek lichten (erg zwak).

UV-Lampen geven vaak ook Violet-licht hierdoor kan je ze zien en herkenen. 
 
In het spectrum van een uv-lamp vind je ultraviolette straling links van het violet. Dat kun je aantonen met een fluorescerende stof. Zo’n stof gaat zelf licht geven als er ultraviolette straling op valt. 
 

Slide 11 - Tekstslide

Ultraviolet betekent letterlijk ‘voorbij het violet’.
In het spectrum komt het ultraviolet na het violet.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 7.4
  • Je kunt benoemen waar infrarode en ultraviolette straling zich in het spectrum bevinden. 

  • Je kunt toepassingen van infrarode en ultraviolette straling geven. 
  • Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van ultraviolette straling 
  • Je kunt enkele toepassingen geven van uv-lampen

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk donderdag 1 apr: mk en lr § 7.4 opdr 1 t/m 8
Donderdag 8 april: Proefwerk H7 § 1 tm 4 


Klaar?: Heb je § 7.1 tm § 7.3 ook af?
Dan mag je aan de slag met een ander vak. 


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Welke straling zend een warmtelamp uit?

Slide 17 - Open vraag

Noem twee voorbeelden waarbij Infrarood straling word gebruikt

Slide 18 - Open vraag

Wat is er gevaarlijk aan UV licht/straling

Slide 19 - Open vraag

Word er meer of minder UV straling doorgelaten vandaag de dag dan 1000 jaar geleden?
A
Meer UV straling
B
Minder UV straling

Slide 20 - Quizvraag

Wat kan je zichtbaar maken met UV licht?
A
Fluorescerende stof
B
Letters
C
Mensen

Slide 21 - Quizvraag