U1A - Bs 4 Spieren

Bs. 4 Spieren
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bs. 4 Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik / hw bespreken
Leerdoelen
Spieren
Onderzoek doen
Zelf aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

in groepjes in tussencelstof
In kringen rondom kanaaltjes
Botweefsel

Kraakbeenweefsel

Slide 3 - Sleepvraag

Geef twee kenmerken waaraan je kunt zien welke hand van een kind is en welke van een volwassene

Slide 4 - Open vraag

Welke beenverbinding is R?
A
Vergroeid
B
Naad
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 5 - Quizvraag

Welke andere beenverbinding zie je?
A
Vergroeid
B
Naad
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoel
Je kunt de werking van spieren beschrijven

Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Bouw van de spier
Spierschede: Bindweefsel om de spier heen
Pees: verbindt spier met bot
Aanhechtingsplaats: waar spier vast zit aan bot
Spierbundels: bestaan uit spiervezels

Slide 9 - Tekstslide

Breng je hand eens naar je schouder en weer terug (arm buigen), hoeveel spieren gebruik je bij deze beweging?

Slide 10 - Open vraag

Breng je hand eens naar je schouder en weer terug (arm buigen), hoeveel spieren gebruik je bij deze beweging?

Slide 11 - Tekstslide

Antagonistisch paar: buigspier en trekspier

Slide 12 - Tekstslide

 spierweefsel
Eiwitten die in elkaar schuiven
-> Korter en dikker

In skeletspieren liggen de eiwitten netje gerangschikt in spierfibril
Dwarsgestreept spierweefsel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Glad spierweefsel
Orgaanspieren

Eiwitten niet netjes gerangschikt
--> geen streepjes

Ook in wanden van bloedvaten

Slide 15 - Tekstslide

Hartspierweefsel

Spierfibrillen die niet naast elkaar liggen in een spiervezel

Raakt niet snel vermoeid

Slide 16 - Tekstslide

Spiervezels
Dwarsgestreept spierweefsel

1. Langzame spiervezels
- Duurt langer om samen te trekken
- Minder kracht
- Langer doorgaan
- Weinig energie nodig




2. Snelle spiervezels
- Snel samen trekken
- Veel kracht
- Korte duur
- Veel energie nodig

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke spieren zijn er bij de marathonrenner het meest ontwikkeld? En welke bij de sprinter?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag!
Zelf aan de slag

Thema 4 Bs. 4
Opdracht 1 t/m 9

Slide 20 - Tekstslide

Leren onderzoeken

Slide 21 - Tekstslide

Onderzoek doen

Slide 22 - Woordweb

Onderzoek doen
Je bedenkt een Onderzoeksvraag
Je geeft een Hypothese - welk antwoord verwacht je?
Je kiest Benodigdheden
Je maak  een Werkplan (wat ga je doen en hoe?)
Resultaten verzamelen en ordenen
Conclusie (antwoord op je onderzoeksvraag)

Slide 23 - Tekstslide

Tabel
Resultaten overzichtelijk noteren

Slide 24 - Tekstslide

Lijndiagram
Ontwikkelingen over een bepaalde tijd of afstand weer te geven 
(denk aan jullie boontje)

Slide 25 - Tekstslide

Staafdiagram
Kan je gemiddelden van groepen met elkaar vergelijken

Slide 26 - Tekstslide

Cirkeldiagram
Met een cirkeldiagram kun je de grootte van groepen met elkaar vergelijken

Slide 27 - Tekstslide

Maak nu opdracht 1 op blz 71 en vul hieronder de antwoorden in, voorbeeld: a=... b=... c=...
timer
3:00

Slide 28 - Open vraag

Zelf aan de slag!
Onderzoek: Practica 3 de armbuigspier op blz 78 en 79 

+

Basisstof 4 Spieren opdrachten 1 t/m 9
(HW voor volgende week)

Slide 29 - Tekstslide