Tandwielen

Wat zijn dit
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
TechniekBasisschoolGroep 4,5,7

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn dit

Slide 1 - Woordweb

Tandwielen die even groot zijn, draaien even snel.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Een kleiner tandwiel draait langzamer rond dan een groter tandwiel.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Doel: ik weet aan het eind van deze les hoe een tandwiel werkt
en waarvoor je deze kunt gebruiken.
succescriteria:
ik weet wat een tandwiel is.
Ik weet het verschil tussen een groot en een klein tandwiel.
Ik kan voorbeelden bedenken van tandwielen.
                                                                                                                           

Slide 4 - Tekstslide

Tandwielen
*  wieltje 
*  uitsteeksels 
*  tanden



Slide 5 - Tekstslide

1. De trappers zitten vast aan een tandwiel. 
2. De tanden van het tandwiel grijpen in de gaatjes van de ketting. 
5. Als de ketting draait, gaat ook het achterwiel draaien.
En draait je achterwiel, dan draait je voorwiel vanzelf mee.
Je fietst!
4. Ook in je achterwiel zit een tandwiel.
Dit tandwiel grijpt ook in de gaatjes van de ketting. 
3. Draai je de trappers rond? 
Dan draaien ook het tandwiel en de ketting. 

Slide 6 - Tekstslide

Grijpen twee tandwielen in elkaar, dan draaien ze ieder een andere richting op.
Tandwiel 1 draait sneller dan tandwiel 2. 

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje (1.28 min)
Tandwielen brengen beweging over. 
Maar ze kunnen ook de snelheid van een beweging veranderen. Wat kun je met tandwielen nog meer?


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide