bij de dokter

Aan het lichaam
Aan het hoofd
In het lichaam
het hart
de longen
de maag
de voeten
de borst
de ogen
de mond
de vingers
de benen
het haar
de knieën
de handen
1 / 13
volgende
Slide 1: Sleepvraag
nederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aan het lichaam
Aan het hoofd
In het lichaam
het hart
de longen
de maag
de voeten
de borst
de ogen
de mond
de vingers
de benen
het haar
de knieën
de handen

Slide 1 - Sleepvraag

Met de handen...
Met de voeten...
Met de ogen...
met de neus...
Met de tong...
Met de oren...
voelen
lopen
zien
nemen
kijken
horen
luisteren
ruiken
proeven
wandelen
niezen
spreken

Slide 2 - Sleepvraag

Ik ga naar de dokter omdat ik keelpijn heb.
A
juist
B
niet juist

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb 5 vingers aan een voet.
A
juist
B
niet juist

Slide 4 - Quizvraag

Ik ruik met mijn tong.
A
juist
B
niet juist

Slide 5 - Quizvraag

Je ademt met je hart.
A
juist
B
niet juist.

Slide 6 - Quizvraag

De schoenen moeten aan de voeten.
A
juist
B
niet juist

Slide 7 - Quizvraag

Ik neem mijn pen met mijn handen.
A
juist
B
niet juist

Slide 8 - Quizvraag

Jullie zien met de oren.
A
juist
B
niet juist

Slide 9 - Quizvraag

Met 38°C heb je koorts.
A
juist
B
niet juist

Slide 10 - Quizvraag

De dokter onderzoekt de patiënt.
A
juist
B
niet juist

Slide 11 - Quizvraag

Een siroop moet je in de neus doen.
A
juist
B
niet juist

Slide 12 - Quizvraag

Welke instructies geeft de dokter?
(noteer 1 instructie)

Slide 13 - Open vraag