1.1

Staatsinrichting 
van Nederland


1. Een nieuwe grondwet

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting 
van Nederland


1. Een nieuwe grondwet

Slide 1 - Tekstslide


Wat is staatsinrichting?


Staatsinrichting is de wijze waarop de staat
zijn regering en zijn bestuur zijn ingericht

Bij geschiedenis leer je vooral hoe dit in Nederland is ontstaan;
Bij maatschappijleer leer je vooral hoe dit in Nederland werkt

Slide 2 - Tekstslide

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

  • Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I

  • Nederland krijgt een grondwet en een tweekamerstelsel

Constitutionele monarchie
Koning staat in de grondwet



Slide 3 - Tekstslide

1815-1840
Willem I
De koning 
- Hij bepaalde bijvoorbeeld waar het belastinggeld naartoe ging 
- en benoemde de ministers en eerste kamer. 


De koning en de ministers vormden samen de regering.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen


  • Moet niets weten van democratie


Slide 6 - Tekstslide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Staatsinrichting 
van Nederland


1.1 Een nieuwe grondwet


Slide 9 - Tekstslide

Wanneer werd Nederland een monarchie?
A
1813
B
1814
C
1815
D
1816

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer kreeg Nederland zijn eerste grondwet?
A
1813
B
1815
C
1830
D
1848

Slide 11 - Quizvraag

Wie koos in 1815 de Eerste Kamer?
A
De koning
B
De Tweede Kamer
C
De provincies
D
het volk

Slide 12 - Quizvraag

Wie koos in 1815 de Tweede Kamer?
A
De koning
B
de Eerste Kamer
C
De provincies
D
het volk

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van de grondwet van 1815?
A
De koning benoemde de leden van de Eerste Kamer
B
De koning benoemde de leden van de Provinciale Staten.
C
Het volk had via censuskiesrecht inspraak op de politiek.
D
De Provinciale Staten benoemden de leden van de Tweede Kamer

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn liberalen?
A
Groep die minder macht voor de koning wilde
B
Groep die meer macht voor de koning wilde
C
Bang zijn voor revolutie
D
Politieke groep die meer invloed op het bestuur wil

Slide 15 - Quizvraag

Thorbecke
Grondwet 1848

Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen (1)
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar
  2. Ministeriële verantwoordelijkheid

  • Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen (2)
  • Parlementaire democratie (=parlement heeft het laatste woord)



  • Verandering van het parlementaire stelsel ("Hoe wordt het parlement gekozen?", "Wie heeft welke macht?")

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

1848 Grondwet -> Wat veranderde er?
  • Ministeriële verantwoordelijkheid

  • Rechtstreekse Tweede Kamerverkiezingen

  • Censuskiesrecht: alleen rijke mannen
     
  • Klassieke grondrechten: vrijheid van...

Slide 21 - Tekstslide

Wat gebeurt wanneer?
1815
1848
Nederland wordt een koninkrijk
Nederland krijgt een nieuwe grondwet
Thorbecke maakt een nieuwe grondwet
Nederland wordt een parlementaire democratie
Overal breken opstanden voor meer macht

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Video

Werkboek 1.1
Moet af tot en met 12. 

Slide 24 - Tekstslide

Staatsinrichting 
van Nederland

Luxemburgse Kwestie 

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Lees blz 11: Luxemburgse kwestie
Pak de opdracht erbij in classroom

Slide 26 - Tekstslide

Luxemburgse Kwestie

  • Willem III wil Luxemburg verkopen
  • Koning is onschendbaar
  • Ministeriële verantwoordelijkheid
  • Kamerleden willen de ministers naar huis sturen
  • Willem III stuurt parlement naar huis (had dit recht)
  • Nieuw parlement ook tegen besluit Koning
  • Koning moet accepteren dat hij minder macht heeft

Slide 27 - Tekstslide