H3 H4 samenvatting

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3b

Samenvatting P4.1 t/m P4.4

Hoe groot is F?

1. 300 N
2. 150 N
3. 100 N

Uitwerking van de vraag

Aan de katrol waaraan de last (F_z) is vast gemaakt
hangt aan 3 draden. Dus is de benodigede kracht
F maar 1/3 van de last: 100 N

Werking hefboom

Afstand spierkracht tot draaipunt (arm) groot

Arm werkkracht klein

Hoe bepaal je de arm?

Zwaartepunt

Hoe groot is de
spierkracht?

1. 39 N
2. 78 N
3. 0,22 N
4. 157 N

Uitwerking 1/3

Bepalen zwaartepunt van de balk (rode stip) en tekenen zwaartekracht (F_z)

Uitwerking 2/3

Tekenen van het draaipunt (driehoekje) en de arm bij de krachten (l₁ bij F_spier en l₂ bij F_z).

Uitwerking 3/3

Berekenen van de spierkracht met de momenten wet

M​mee​​=M​tegen​​

F​z​​⋅l​2​​=F​sp​​⋅l​1​​

Fsp=F​z​​⋅​l​1​​​​l​2​​​​=8⋅9,81⋅​4​​2​​=39N

Massa (en dus gewicht)

Massa meet je in kilogram

Gewicht meet je in Newton 

(gewicht = zwaartekracht)

Hoe groter het gewicht van een mens, hoe eerder deze wegzakt in de bodem. 

Gewicht (Fz) meet je in Newton (N)

Druk (p)

Wanneer je het gewicht (de kracht) deelt door het oppervlak krijg je de druk.

In het engels is druk 'pressure', vandaar de afkorting p.

De druk (p) meet je in newton per vierkante meter (N/m²).

De bodem

Het oppervlak kan ook maar een bepaalde hoeveelheid druk aan voordat een voorwerp erin weg zakt. 

• Een stenen straat kan een veel grotere druk aan dan een zandpad. 
• Een betonnen muur kan een veel grotere druk aan dan een kurken prikbord. 

Rekenen met druk

Opgave 48 volgt hierna: dit is 'makkelijk' punten scoren en iets dergelijks komt ook in het proefwerk. Doe er je voordeel mee!

48

Open de plusjes voor de uitwerking.

massa (kg)	Zwaartekracht in (N)	Oppervlak grondvlak	druk(N/m 2 )
	629	1,17 m 2

Massa berekenen

Fz = m*g dus m = Fz/g = 629/9,81 = 64.11 kg

druk?

p = F/A = 629/1,17 = 537,6 N/m2

48

Open de plusjes voor de uitwerking.

massa (kg)	Zwaartekracht in (N)	Oppervlak grondvlak	druk(N/m 2 )
12,8			57,2

Zwaartekracht

Fz = m*g = 12,8*9,81 = 125,6 N

Oppervlak?

p = F/A  dus A = F/p = 125,6/57,2 = 2,2 m2

48

Open de plusjes voor de uitwerking.

massa (kg)	Zwaartekracht in (N)	Oppervlak grondvlak	druk(N/m 2 )
		784 cm 2	714

Zwaartekracht

p=F/A dus F = p*A

maar A in cm2 784 cm2 = 7,84 dm2 = 0,0784 m2

dus F = 714*0,0784= 56 N

Oppervlak?

F = m*g dus m = F/g = 56/9,81 = 5,7 kg

48

Open de plusjes voor de uitwerking.

massa (kg)	Zwaartekracht in (N)	Oppervlak grondvlak	druk(N/m 2 )
1,32		16 cm 2

Zwaartekracht

F = m*g = 1,32*9,81 = 12,9 N

Druk?

p = F/A 

A = 16 cm2 = 0,16 dm2 = 0,0016 m2

p = 12,9/0,00016 = 8093 N/m2

Filmpjes

Hierna volgen enkele filmpjes over de stof:

1e filmpje: momentenwet (par 3)

2e filmpje: opgaven momentenwet (par 3)

3e filmpje: katrollen (par 2)

4e filmpje: stabiliteit (par 4)