Les 1 periode 3 Diversiteit

Diversiteit
Les 1 periode 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociaal werkerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Diversiteit
Les 1 periode 3

Slide 1 - Tekstslide

  1. Roby 
  2. Joyce 
  3. Kelsey 
  4. Redwan
  5. Monouir 
  6. Evi 
  7. Mees
  8. Angel 
  9. Frenkie 
  10. Sjors 
  11. Daan 
Vandaag
  • Lesdoelen
  • Les opties
  • Theorie + opdrachten
  • Gezamenlijke terugblik lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze: 
  • les kun je het begrip diversiteit uitleggen. 
  • soms je verschillende doelgroepen op. 
  • benoem het belang van kennis over diversiteit onder mensen.
  • je kunt het verschil tussen onzichtbare en zichtbare diversiteit benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen - Opties 
Je volgt de les en doet goed mee.


Lesdoelen - Opties 
Je werkt zelfstandig én in stilte aan de lesdoelen. Je gebruikt hier zelf de theorie voor in het boek. 

Thema 5: Diversiteit
is overal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit
Diversiteit wil zeggen, het verschil tussen mensen. 
  • Mensen kunnen verschillen in kenmerken, eigenschappen en  achtergronden. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen tussen mensen zijn niet goed zichtbaar?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen tussen mensen
  • Goed zichtbaar = geslacht, leeftijd, huidskleur etc.
  • Minder zichtbaar = geloofsovertuiging, hobby's, muzieksmaak, geaardheid, opleidingsniveau, cultuur etc. 

Slide 8 - Tekstslide

Diversiteit in de maatschappij is iets bijzonders: het maakt dat iedereen anders is en alle rollen in de maatschappij vervuld worden. Tegelijkertijd is diversiteit iets waarmee altijd rekening gehouden moet worden. Bij diversiteit aan mensen hoort ook een diversiteit aan communicatiemethoden, wensen en problemen. Soms zijn de verschillen gemakkelijk te onderscheiden: heb je een kind van drie voor je, dan weet je direct dat je hiermee anders moet communiceren dan met een leeftijdgenoot. In andere gevallen kan het lastiger zijn. Een islamitische student vindt misschien andere zaken belangrijk dan zijn leeftijdsgenoot die niet religieus is. Dat kan gemakkelijk zorgen voor miscommunicatie. Het is dus altijd van belang om je te verdiepen in de achtergrond en gebruiken van mensen en of er kenmerken zijn om rekening mee te houden in de hulpverlening.
Het belang van diversiteit
Diversiteit in de maatschappij --> iedereen is anders dus alle rollen worden vervuld. 
  • Diversiteit altijd in je achterhoofd houden. 
  • Diverse mensen is ook verschillende communicatiemethoden, wensen, problemen etc.

Slide 9 - Tekstslide

Diversiteit in de maatschappij is iets bijzonders: het maakt dat iedereen anders is en alle rollen in de maatschappij vervuld worden. Tegelijkertijd is diversiteit iets waarmee altijd rekening gehouden moet worden. Bij diversiteit aan mensen hoort ook een diversiteit aan communicatiemethoden, wensen en problemen. Soms zijn de verschillen gemakkelijk te onderscheiden: heb je een kind van drie voor je, dan weet je direct dat je hiermee anders moet communiceren dan met een leeftijdgenoot. In andere gevallen kan het lastiger zijn. Een islamitische student vindt misschien andere zaken belangrijk dan zijn leeftijdsgenoot die niet religieus is. Dat kan gemakkelijk zorgen voor miscommunicatie. Het is dus altijd van belang om je te verdiepen in de achtergrond en gebruiken van mensen en of er kenmerken zijn om rekening mee te houden in de hulpverlening.
Het belang van diversiteit
Soms is diversiteit gemakkelijk  en soms moeilijk om mee om te gaan 
  • Kind van 3 of man van 87 > past je communicatie aan. 
  • Studenten van dezelfde leeftijd, maar andere religie verschil in normen en waarden kans op miscommunicatie in samenwerking. 

Als welzijnsprofessional is het van belang dat jij je verdiept in wie je voor je hebt en welke achtergrond, gebruiken, kenmerken etc. deze persoon heeft. 

Slide 10 - Tekstslide

Diversiteit in de maatschappij is iets bijzonders: het maakt dat iedereen anders is en alle rollen in de maatschappij vervuld worden. Tegelijkertijd is diversiteit iets waarmee altijd rekening gehouden moet worden. Bij diversiteit aan mensen hoort ook een diversiteit aan communicatiemethoden, wensen en problemen. Soms zijn de verschillen gemakkelijk te onderscheiden: heb je een kind van drie voor je, dan weet je direct dat je hiermee anders moet communiceren dan met een leeftijdgenoot. In andere gevallen kan het lastiger zijn. Een islamitische student vindt misschien andere zaken belangrijk dan zijn leeftijdsgenoot die niet religieus is. Dat kan gemakkelijk zorgen voor miscommunicatie. Het is dus altijd van belang om je te verdiepen in de achtergrond en gebruiken van mensen en of er kenmerken zijn om rekening mee te houden in de hulpverlening.
Doelgroepen
Leeftijden 
  • Kinderen, jongeren, ouderen
Problematieken 
  • Dak- en thuislozen, mensen met een (psychische) beperking, chronisch zieken
Culturen
Combinaties in diversiteit 

Slide 11 - Tekstslide

Diversiteit in de maatschappij is iets bijzonders: het maakt dat iedereen anders is en alle rollen in de maatschappij vervuld worden. Tegelijkertijd is diversiteit iets waarmee altijd rekening gehouden moet worden. Bij diversiteit aan mensen hoort ook een diversiteit aan communicatiemethoden, wensen en problemen. Soms zijn de verschillen gemakkelijk te onderscheiden: heb je een kind van drie voor je, dan weet je direct dat je hiermee anders moet communiceren dan met een leeftijdgenoot. In andere gevallen kan het lastiger zijn. Een islamitische student vindt misschien andere zaken belangrijk dan zijn leeftijdsgenoot die niet religieus is. Dat kan gemakkelijk zorgen voor miscommunicatie. Het is dus altijd van belang om je te verdiepen in de achtergrond en gebruiken van mensen en of er kenmerken zijn om rekening mee te houden in de hulpverlening.
......... kunnen wijs overkomen, hulp nodig bij zoektocht identiteit en in de begeleiding moet je rekening houden met afstand versus nabijheid.
A
Kinderen
B
Jongeren
C
Ouderen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen - Leeftijden
Verschillende leeftijden vraagt andere aanpak.
  • Kinderen > aansluiten bij ontwikkelingsniveau, ooghoogte zitten, voorbeeldfunctie, ondersteuning afstemmen met omgeving.

  • Jongeren > wijs overkomen (overschatten), ondersteunen bij zoektocht eigen identiteit, begeleiding afstand/nabijheid (vriend). 

  • Ouderen > levenservaring, niet bijhouden veranderingen, netwerk valt weg, eenzaamheid, fysieke beperkingen, levensboek

Slide 13 - Tekstslide

Jongeren
Iemand met een leeftijd tussen de 16 en 23 jaar wordt meestal aangeduid als jongere. Bij deze doelgroep is het van belang in je achterhoofd te houden dat zij wijs kunnen overkomen, maar nog wel in ontwikkeling zijn. Jongeren zijn vaak bewust en onbewust bezig de wereld om zich heen te ontdekken. Het is in de begeleiding van jongeren van belang om te ondersteunen in deze zoektocht naar de eigen identiteit. Daarnaast is afstand versus nabijheid een belangrijk thema in de begeleiding. Jongeren zien je vaak snel als vriend. Dat kan het opbouwen van een band vergemakkelijken, maar de valkuil is dat de verhouding hulpverlener en jongere uit balans raakt.
Doelgroepen - Problematieken
In problematieken = grote diversiteit, meerdere diagnoses = complexere ondersteuningsvraag. Maar welke mogelijkheden heeft de persoon?

  • Dak- en thuislozen
  • Mensen met een beperking
  • Chronisch zieken
  • Mensen met een psychische beperking

Slide 14 - Tekstslide

Jongeren
Iemand met een leeftijd tussen de 16 en 23 jaar wordt meestal aangeduid als jongere. Bij deze doelgroep is het van belang in je achterhoofd te houden dat zij wijs kunnen overkomen, maar nog wel in ontwikkeling zijn. Jongeren zijn vaak bewust en onbewust bezig de wereld om zich heen te ontdekken. Het is in de begeleiding van jongeren van belang om te ondersteunen in deze zoektocht naar de eigen identiteit. Daarnaast is afstand versus nabijheid een belangrijk thema in de begeleiding. Jongeren zien je vaak snel als vriend. Dat kan het opbouwen van een band vergemakkelijken, maar de valkuil is dat de verhouding hulpverlener en jongere uit balans raakt.
Waar hoef je géén rekening mee houden bij dak- en thuislozen rondom diversiteit?
A
Krijgen vaak lastig hulpverlening door geen vaste woon- of verblijfplaats
B
Met het werk wat ze doen
C
Dat problemen vaak samen gaan met andere problemen zoals schuld, verslaving, psychische problemen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen - Problematieken
Dak- en thuislozen
  • Tussen 'wal en schip' > geen vaste woon- of verblijfplaats, geen hulp bij veel instanties
  • geen uitkering, geen geld, geen eten, achteruitgang mentaal en fysiek. 
  • hulpverlening lastig op gang. 
  • problemen gaan gepaard met verslaving, schuld, psychische problemen. 

Slide 16 - Tekstslide

Dak- en thuislozen zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Het kan zijn dat zij afwisselend bij verschillende vrienden op de bank slapen of op straat verblijven. De moeilijkheid is dat deze doelgroep vaak tussen wal en schip valt. Zodra iemand hulp accepteert, blijkt dat hij bij veel instanties niet ingeschreven kan worden omdat hij geen woonadres heeft. En vervolgens kunnen deze instanties niet helpen. Hij kan geen uitkering aanvragen, heeft geen geld, kan daardoor geen eten kopen en gaat fysiek en mentaal steeds verder achteruit. Dit is een bekende vicieuze cirkel. Gelukkig zijn er omwegen, zoals een postadres of een daklozenuitkering. Hoe dan ook komt de hulpverlening vaak moeilijker op gang. Ook het feit dat iemand niet altijd op één plek te vinden is, maakt de hulpverlening lastiger. Een dak- of thuisloze heeft niet altijd de beschikking over een (opgeladen) mobiele telefoon en verblijft vaak niet langdurig op dezelfde locatie. Problemen die vaak met dak- of thuisloosheid gepaard gaan zijn verslavingen, schulden en psychische problemen.
Bij mensen met een beperking moet je letten op...
A
het taalgebruik
B
het uiterlijk

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen - Problematieken
Mensen met een beperking
  • Lichamelijk en verstandelijk (of combi). 
  • Uitgaan van wat ze kunnen 
  • Wens / vraag beantwoorden, rekening houdend met maar niet uitgangspunt.
  • Verstandelijk beperkt is taalgebruik aanpassen, afbeeldingen gebruiken. 
  • Direct zichtbaar (Syndroom van Down), niet zichtbaar (autisme) > doorvragen, omgeving betrekken. 

Slide 18 - Tekstslide

Dak- en thuislozen zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Het kan zijn dat zij afwisselend bij verschillende vrienden op de bank slapen of op straat verblijven. De moeilijkheid is dat deze doelgroep vaak tussen wal en schip valt. Zodra iemand hulp accepteert, blijkt dat hij bij veel instanties niet ingeschreven kan worden omdat hij geen woonadres heeft. En vervolgens kunnen deze instanties niet helpen. Hij kan geen uitkering aanvragen, heeft geen geld, kan daardoor geen eten kopen en gaat fysiek en mentaal steeds verder achteruit. Dit is een bekende vicieuze cirkel. Gelukkig zijn er omwegen, zoals een postadres of een daklozenuitkering. Hoe dan ook komt de hulpverlening vaak moeilijker op gang. Ook het feit dat iemand niet altijd op één plek te vinden is, maakt de hulpverlening lastiger. Een dak- of thuisloze heeft niet altijd de beschikking over een (opgeladen) mobiele telefoon en verblijft vaak niet langdurig op dezelfde locatie. Problemen die vaak met dak- of thuisloosheid gepaard gaan zijn verslavingen, schulden en psychische problemen.
Doelgroepen - Problematieken
Chronisch zieken
  • Blijvende ziekte zoals diabetes, astma, reuma etc. 
  • Niet direct zichtbaar, maar kan wel ondersteuning behoeven.

Slide 19 - Tekstslide

Dak- en thuislozen zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Het kan zijn dat zij afwisselend bij verschillende vrienden op de bank slapen of op straat verblijven. De moeilijkheid is dat deze doelgroep vaak tussen wal en schip valt. Zodra iemand hulp accepteert, blijkt dat hij bij veel instanties niet ingeschreven kan worden omdat hij geen woonadres heeft. En vervolgens kunnen deze instanties niet helpen. Hij kan geen uitkering aanvragen, heeft geen geld, kan daardoor geen eten kopen en gaat fysiek en mentaal steeds verder achteruit. Dit is een bekende vicieuze cirkel. Gelukkig zijn er omwegen, zoals een postadres of een daklozenuitkering. Hoe dan ook komt de hulpverlening vaak moeilijker op gang. Ook het feit dat iemand niet altijd op één plek te vinden is, maakt de hulpverlening lastiger. Een dak- of thuisloze heeft niet altijd de beschikking over een (opgeladen) mobiele telefoon en verblijft vaak niet langdurig op dezelfde locatie. Problemen die vaak met dak- of thuisloosheid gepaard gaan zijn verslavingen, schulden en psychische problemen.
Voor mensen met een psychische beperking is belangrijk dat jij rekening houdt met...
A
Met welke psychische beperking je te maken hebt.
B
dat hij of zij de beperking de rest van zijn of haar leven heeft.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen - Problematieken
Psychische beperking
  • Afwijkend gedrag kan vertonen. 
  • Heel veel verschillende psychische aandoeningen. 
  • Diagnose hoeft niet rest van het leven te zijn. 
  • Begeleiding, door grote diversiteit, groot verschil.
  • Goed kijken naar wat heeft de persoon nodig?

Slide 21 - Tekstslide

Dak- en thuislozen zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Het kan zijn dat zij afwisselend bij verschillende vrienden op de bank slapen of op straat verblijven. De moeilijkheid is dat deze doelgroep vaak tussen wal en schip valt. Zodra iemand hulp accepteert, blijkt dat hij bij veel instanties niet ingeschreven kan worden omdat hij geen woonadres heeft. En vervolgens kunnen deze instanties niet helpen. Hij kan geen uitkering aanvragen, heeft geen geld, kan daardoor geen eten kopen en gaat fysiek en mentaal steeds verder achteruit. Dit is een bekende vicieuze cirkel. Gelukkig zijn er omwegen, zoals een postadres of een daklozenuitkering. Hoe dan ook komt de hulpverlening vaak moeilijker op gang. Ook het feit dat iemand niet altijd op één plek te vinden is, maakt de hulpverlening lastiger. Een dak- of thuisloze heeft niet altijd de beschikking over een (opgeladen) mobiele telefoon en verblijft vaak niet langdurig op dezelfde locatie. Problemen die vaak met dak- of thuisloosheid gepaard gaan zijn verslavingen, schulden en psychische problemen.
Doelgroepen - Problematieken
Culturen, zijn er heel veel in Nederland. 
  • Allerlei religies, afkomsten, etnische groepen en regio's. 
  • Verschillende gewoonten en gebruiken > hierin verdiepen
  • Van oudsher in NL leven zit verschil woonwagenbewoner/achterhoek
  • Dingen die voor jou 'gewoon' zijn anders kunnen zijn voor een ander. 

Zorg voor begrip tussen mensen onderling, maar hoe doe je dat?
 

Slide 22 - Tekstslide

Dak- en thuislozen zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Het kan zijn dat zij afwisselend bij verschillende vrienden op de bank slapen of op straat verblijven. De moeilijkheid is dat deze doelgroep vaak tussen wal en schip valt. Zodra iemand hulp accepteert, blijkt dat hij bij veel instanties niet ingeschreven kan worden omdat hij geen woonadres heeft. En vervolgens kunnen deze instanties niet helpen. Hij kan geen uitkering aanvragen, heeft geen geld, kan daardoor geen eten kopen en gaat fysiek en mentaal steeds verder achteruit. Dit is een bekende vicieuze cirkel. Gelukkig zijn er omwegen, zoals een postadres of een daklozenuitkering. Hoe dan ook komt de hulpverlening vaak moeilijker op gang. Ook het feit dat iemand niet altijd op één plek te vinden is, maakt de hulpverlening lastiger. Een dak- of thuisloze heeft niet altijd de beschikking over een (opgeladen) mobiele telefoon en verblijft vaak niet langdurig op dezelfde locatie. Problemen die vaak met dak- of thuisloosheid gepaard gaan zijn verslavingen, schulden en psychische problemen.
Hoe kun jij als welzijnsprofessional begrip tussen mensen onderling creëren?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen - Problematieken
Combinaties in diversiteit, vaak valt iemand in meerdere categorieën. 

Bijvoorbeeld: 
  • 'een dak loze cliënt met psychische problemen van Poolse afkomst op leeftijd' = niet in één hokje te plaatsen. 
  • Andere achtergrond dan de Nederlandse, zo ingeburgerd dat het lijkt of diegene is geboren en getogen in NL (Bounty) 

Slide 24 - Tekstslide

Dak- en thuislozen zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Het kan zijn dat zij afwisselend bij verschillende vrienden op de bank slapen of op straat verblijven. De moeilijkheid is dat deze doelgroep vaak tussen wal en schip valt. Zodra iemand hulp accepteert, blijkt dat hij bij veel instanties niet ingeschreven kan worden omdat hij geen woonadres heeft. En vervolgens kunnen deze instanties niet helpen. Hij kan geen uitkering aanvragen, heeft geen geld, kan daardoor geen eten kopen en gaat fysiek en mentaal steeds verder achteruit. Dit is een bekende vicieuze cirkel. Gelukkig zijn er omwegen, zoals een postadres of een daklozenuitkering. Hoe dan ook komt de hulpverlening vaak moeilijker op gang. Ook het feit dat iemand niet altijd op één plek te vinden is, maakt de hulpverlening lastiger. Een dak- of thuisloze heeft niet altijd de beschikking over een (opgeladen) mobiele telefoon en verblijft vaak niet langdurig op dezelfde locatie. Problemen die vaak met dak- of thuisloosheid gepaard gaan zijn verslavingen, schulden en psychische problemen.
Terugblik lesdoelen
Aan het einde van deze:
  • les kun je het begrip diversiteit uitleggen.
  • soms je verschillende doelgroepen op.
  • benoem het belang van kennis over diversiteit onder mensen.
  • je kunt het verschil tussen onzichtbare en zichtbare diversiteit benoemen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies