Argumenteren deel 1

Quiz Argumenteren
10 vragen
- Feiten, meningen en argumenten
- Subjectief en objectief argument
- Drogredenen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz Argumenteren
10 vragen
- Feiten, meningen en argumenten
- Subjectief en objectief argument
- Drogredenen

Slide 1 - Tekstslide

Poetin moest wel militaire acties uitvoeren in Oekraïne, hij kon niet anders.
A
Dit is een feit
B
Dit is een mening
C
Dit is een argument

Slide 2 - Quizvraag

Als kind was ik vroeger bang voor clowns.
A
Dit is een feit.
B
Dit is een mening.
C
Dit is een argument.

Slide 3 - Quizvraag

De uitspraak"Poetin is eng" is ...
A
objectief
B
subjectief

Slide 4 - Quizvraag

"Door de oorlog in Oekraïne ervaart 47% van de mensen gevoelens van angst en stress" is een objectieve uitspraak.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Mijn hoogleraar technische natuurkunde op de TU Delft zegt dat ananas niet op een pizza hoort, dus dat klopt.
A
Dit is een cirkelredenering
B
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
C
Dit is een onjuist beroep op autoriteit
D
Dit is een generalisatie

Slide 6 - Quizvraag

Vrouwen kunnen niet parkeren.
A
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
B
Dit is een generalisatie
C
Dit is een verkeerde vergelijking
D
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie

Slide 7 - Quizvraag

Als iemand drie keer niest, wordt het morgen mooi weer.
A
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
B
Dit is een generalisatie
C
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
D
Dit is een verkeerde vergelijking

Slide 8 - Quizvraag

Mijn oma rookte elke dag en zij is 98 geworden, dus roken is helemaal niet ongezond.
A
Dit is een cirkelredenatie
B
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
C
Dit is een verkeerde vergelijking
D
Dit is een generalisatie

Slide 9 - Quizvraag

Jij hebt geen smaak, want je houdt niet van roti. Mensen met smaak houden wel van roti.
A
Dit is een cirkelredenering
B
Dit is een verkeerde vergelijking
C
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
D
Dit is een generalisatie

Slide 10 - Quizvraag

Mijn kat gaat nooit onder de douche, dus ik hoef ook niet onder de douche.
A
Dit is een generalisatie
B
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
C
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
D
Dit is een verkeerde vergelijking

Slide 11 - Quizvraag

Volgende week 5 nieuwe drogredenen:

- Ontduiken van de bewijslast
- Vals dilemma
- Beroep op traditie
- Persoonlijke aanval
- Bespelen van het publiek

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk over een week:
Bouwsteen 6 niveau 3F
- Voorbeeld en theorie
- Lezen en luisteren
- Tussentoets

Slide 13 - Tekstslide

Uitslag!

Slide 14 - Tekstslide