H3 oefentoets

LEERDOEL 1
Hoofdstuk 3.      Oefentoets    
Assenstelsels & Grafieken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LEERDOEL 1
Hoofdstuk 3.      Oefentoets    
Assenstelsels & Grafieken

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de goede naam naar de juiste windrichting bij 1, 2, 3 of 4
oost-noord
noord-oost
west-noord
noord-west
oost-zuid
zuid-oost
west-zuid
zuid-west

Slide 2 - Sleepvraag


Wat zijn de coördinaten van de punten
B,  C,  E en P  
en schrijf die op de juiste wijze op.

Slide 3 - Open vraag

Assenstelsel tekenen
a. Teken een assenstelsel met de punten C(3,2) en D(-2,4).
b. Teken het vierkant ABCD. Doe het zo, dat de punten A en B onder de x-as liggen.
c. Schrijf de coördinaten van A en B op.

Laat de opdracht aan je docent zien!!

Slide 4 - Tekstslide

Zorg dat er bij elke opgave - één goed antwoord staat door het antwoord erheen te slepen!

-60

60

-12
-60

60

12

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de bewerkingen naar de goede plek
eerst
laatst
 ( )
  x
 +
  :
  -

Slide 6 - Sleepvraag

los op, schrijf je hele berekening op:
3+(8-2)x2=

Slide 7 - Open vraag

los op, schrijf je hele berekening op:
(2--4)x(-10:-2)-10=

Slide 8 - Open vraag

Woordformule:
lengte in cm = 55 + 3 · tijd in maanden

Wat zijn de twee variabelen van deze formule?
A
lengte in cm en tijd in maanden
B
lengte in cm en 55
C
55 en 3
D
3 en tijd in maanden

Slide 9 - Quizvraag


Van welke formule is het begingetal 55?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quizvraag


Van welke formule is het daalgetal 2?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quizvraag


Wat is het stijggetal van formule C?
A
+ 55
B
- 2
C
+ 70
D
+ 3

Slide 12 - Quizvraag


Welke twee variabelen zie je in formule A?
A
kosten in € tijd in dagen
B
temperatuur in ℃ tijd in minuten
C
verdiensten in € tijd in uren
D
lengte in cm tijd in maanden

Slide 13 - Quizvraag


afstand = 10 + 6t

Wat is de afstand als t=5
A
10
B
16
C
30
D
40

Slide 14 - Quizvraag

Grafiek tekenen
Een winkel verkoopt gordijnrails. Het bedrag in euro’s voor gordijnrails bereken je met de formule bedrag = 4m + 5. Hierin is m de lengte van de rail in meter.
a. Hoeveel kost een gordijnrail van 3 meter?
b. Maak een tabel bij de formule en teken de grafiek van de formule. Ga op de horizontale as tot 8 meter.
Laat de antwoorden aan je docent zien!

Slide 15 - Tekstslide